gememoreerd, dat de burgemeester, na een onderhoud, dat hij den
Bondsdirecteur had toegestaan, ervan overtuigd is geworden, dat
een dergelijke verhooging een funesten invloed hebben moest op de
exploitatiemogelijkheid van het bioscoopbedrijf ter plaatse.
Bij de indiening der begrooting voor 1936 zou het percentage
weer op 15 worden gebracht, indien de bezwaren inderdaad ge
grond gebleken zouden zijn.
Het vorig verslagjaar was het Hoofdbestuur er in geslaagd B. en
W. van Baarn van hun voornemen tot het invoeren eener ver-
makelijkheidsbelasting te doen afzien. Dit jaar zijn B. en W. op
nieuw met een voorstel gekomen tot invoering dezer belasting.
Een minderheid in het college achtte deze belasting niet gewenscht
en zou de geraamde opbrengst van 3000.—- willen vinden dooi
de opcenten op de personeele belasting eenigszins te verhoogen.
De meerderheid achtte het echter niet gewettigd deze bron van
inkomsten onaangetast te laten.
Op 2 December 1935 heeft het Hoofdbestuur den Raad een
request gezonden, waarin den Raad ten tweeden male de onover-
komenlijke bezwaren zijn uiteengezet, welke voor het bioscoopbedrijf
in Baarn tegen de heffing dier belasting bestonden.
In Veendam heeft het Hoofdbestuur eveneens niet kunnen
verhinderen, dat het percentage, hetwelk aanvankelijk tot 10 be
perkt gebleven was, voor het nieuwe begrootingsjaar op 15 is
gesteld.
De ernstige nadeelen, welke de bioscoopexploitatie te Zaandijk
ondervond van de daar bestaande heffing van 20 hebben het
Hoofdbestuur aanleiding gegeven bij B, en W. dier gemeente een
uitvoerig gemotiveerd bezwaarschrift in te dienen. Dit had tot
gevolg, dat dezerzijds een bespreking is gevoerd met B. en W., in
verband waarmede het Hoofdbestuur zich vervolgens tot den
Minister van Binnenlandsche Zaken heeft gewend met een schrij
ven, waarin het Z.Exc. er op attent maakte, dat een vermakelijk-
heidsbelasting tot een percentage van 20 in Zaandijk, waar deze
belasting tot voor kort niet bestond, ruïneuze gevolgen heeft gehad
voor het in deze gemeente gevestigde bioscoopbedrijf.
Op verzoek van den Minister heeft het Hoofdbestuur naderhand
met cijfermateriaal aangetoond, in welke moeilijkheden het bio
scoopbedrijf in Zaandijk is gebracht door de invoering van 20
vermakelijkheidsbelasting.
Intusschen is het voorstel van B. en W. ingetrokken.
32