zijn dan 30 cent, als minimum een bedrag van 5 cent aan verma- kelijkheidsbelasting wordt geheven. Deze regeling heeft tot consequentie, dat b.v. op een entreeprijs van 10 cent 50 vermakelijkheidsbelasting moet worden betaald. Teneinde in deze regeling eenige wijziging te verkrijgen is het Hoofdbestuur in contact getreden met het college van B. en W.; besprekingen hieromtrent zijn nog gaande. Heel wat gunstiger is de nieuwe belastingheffing op vermake lijkheden in de gemeente Axel. Ook in deze gemeente, waar eveneens nog de kwestie van de Zondagswet bestaat, heeft het Hoofdbestuur een actie ondernomen. In zijn vergadering van 26 November 1935 heeft de Raad echter een wijziging aangebracht in de bestaande heffing en besloten deze progressief toe te passen. De belasting bedraagt thans voor tooneelvertooningen en ver makelijkheden, waarvoor toelating wordt verkregen door betaling van toegangsgeld: a. tot en met 30 cent 10% van het toegangsgeld. b. van 31 cent tot en met 60 cent 15 van het toegangsgeld. c. van 61 cent en daarboven 20 van het toegangsgeld. Deze wijziging, die een gezonde differentieering inhoudt, ver toont veel overeenkomst met het Engelsche systeem. Wij achten haar van groot belang en bevelen dit voorbeeld van Axel gaarne ter navolging aan. Personeele Belasting. Het Hoofdbestuur betreurt het nog immer, dat de Regeering indertijd bij haar ontwerp van Wet tot wijziging en aanvulling van de artikelen 31 duodecies en 63 der Wet op de Personeel? belasting voor zoover het wijziging van den eersten grondslag betreft er zich uitsluitend toe bepaald heeft de mogelijkheid te openen voor de gemeentebesturen om de koffiehuizen etc. in min of meer belangrijke mate te ontlasten. Dit ontwerp is een gevolg geweest van den zwaren druk, dien de belasting door de economische tijdsomstandigheden thans meer dan ooit op die bedrijven uitoefent. Hoewel de Bond de ontlasting van meervermelde bedrijven ten zeerste toejuicht, is het voor ons niettemin een open vraag ge bleven of het juist is geweest de differentiatie in het belasten van bedrijfslokaliteiten verder uit te breiden, zonder acht te slaan op de overige volbelaste perceelen, zooals b.v. de bioscooptheaters, 34

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1935 | | pagina 35