verhuurders, doch in de omstandigheid, dat zij verplicht zijn her keuring aan te vragen, willen zij overeenkomstig hun contract restitutie of reductie krijgen en dat zij bovendien verplichtingen zijn aangegaan tegenover de exploitanten, bij wie zij hun productie hebben afgesloten. Het „Filmfront". Reeds in 1934 was bij het Hoofdbestuur een maatregel in voor bereiding om aan de leden te verbieden films ter vertooning af te staan voor de vereeniging „Filmfront" en haar leiders, aangezien laatstgenoemden zich hadden doen kennen als onredelijke bestrij ders van het film- en bioscoopbedrijf. In de Hoofdbestuursvergadering van Dinsdag, 29 Januari 1935 is hiertoe in beginsel besloten. Op Maandag 4 Februari is daarop in een vergadering van het Hoofdbestuur van den Bond met het Bestuur van de Afdeeling „Het Zuiden" overleg gepleegd aangaande de vraag, of voor be paalde vereenigingen, meer in het bijzonder voor de vereeniging „Filmfront" filmvertooningen in de bioscooptheaters van de bij den Bond aangesloten leden mochten worden gegeven. Dit overleg leidde ertoe, dat definitief is besloten in de bioscoop theaters van de bij den Bond aangesloten leden geen voorstellingen van de vereeniging „Filmfront" te doen houden. Het toeval wilde, dat een dag nadat deze aangelegenheid in het Hoofdbestuur was behandeld, ter kennis van het Bondsbureau werd gebracht, dat op Donderdag 31 Januari 1935 door een Comité, dat op initiatief van de vereeniging „Filmfront" en den „Bond voor Groote Gezinnen" was samengesteld, een filmvertooning in een der theaters te Roermond zou worden gegeven. Dit was voor den Bondsdirecteur aanleiding aan de directie van dit theater, als uitvloeisel van het door het Hoofdbestuur ingenomen principieele standpunt, telegrafisch te berichten, dat voorloopig in afwachting van de beslissing, welke na het tusschen het Hoofd bestuur en de Afdeeling Het Zuiden te voeren overleg, zou worden genomen geen voorstellingen voor de vereeniging ..Filmfront" mochten plaats hebben. In verschillende, in het Zuiden van ons land verschijnende bladen is toen geageerd tegen deze beslissing van den Bond en is de indruk gewekt, als zou de Nederlandsche Bioscoop-Bond zich bij zijn optreden door anti-Katholieke motieven hebben laten leiden. Tegen deze verdachtmaking, waarvoor immers geen enkele rede- 58

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1935 | | pagina 59