De drie Kamers der Commissie van Geschillen hebben gezamen lijk in 1935 34 zittingen gehouden (in 1934 41 zittingen), waarin 182 geschillen in behandeling kwamen tegen 146 in 1934, en 157 in 1933. Van deze in 1935 behandelde geschillen zijn aanhangig gemaakt: 110 geschillen door ieden-filmverhuurders contra leden-exploitan- ten; 24 geschillen door leden-exploitanten contra leden-filmverhuur- ders, waarbij in twee gevallen andere exploitanten door de filmverhuurders in vrijwaring waren opgeroepen; 8 geschillen tusschen filmverhuurders onderling; 6 geschillen tusschen exploitanten onderling; 1 geschil door een studio-maatschappij contra een filmproducent; 10 geschillen door donateurs contra leden-exploitanten; 2 geschillen door donateurs contra leden-filmverhuurders; 8 geschillen door leden of donateurs, die zich met den verkoop van geluidsfilmapparaten bezighouden, contra leden-exploi tanten; 2 geschillen door leden contra donateurs, die zich op den ver koop dezer apparaten toeleggen; 10 geschillen door filmimporteurs en -verhuurders contra niet- leden; 1 geschil door een niet-lid contra een filmproducent. Van de 182 in behandeling genomen geschillen werden 43 voor of tijdens de zitting ingetrokken; in 26 zaken werd bij verstek vonnis gewezen, terwijl 30 zgn. betalingsgeschillen werden behandeld. Twee geschillen hadden betrekking op beschadiging van films. In zeven gevallen had de Commissie een uitspraak te doen over de al of niet totstandkoming van een filmhuurovereenkomst. In elf gevallen slaagde de Commissie er in een minnelijke schikking tot stand te brengen. Twee geschillen hadden betrekking op de door zending van films. Door een hoofdrolspeelster in een der Nederlandsche films werd contra den producent van die film bij de Commissie een geschil aanhangig gemaakt, terzake van de interpretatie van een in de arbeidsovereenkomst dier artiste voorkomende bepaling betreffen de het optreden als tooneelspeelster ter plaatse waar bedoelde film werd vertoond. De Commissie stelde de interpretatie in overleg met en met instemming van beide partijen vast. In drie gevallen werd door leden-filmproducenten de hulp der Commissie ingeroepen om buitenlandsche afnemers te noodzaken hun verplichtingen na te komen. 84

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1935 | | pagina 85