BIJLAGE C. ARREST VAN DEN HOOGEN RAAD DER NEDERLANDEN IN DE ZAAK GEMA— TUSCHINSKI, GEWEZEN OP 13 FEBRU ARI 1936. Overdracht van toekomstige Auteursrechten niet mogelijk. DE HOOGE RAAD DER NEDERLANDEN (Kamer van Bur gerlijke Zaken) heeft het navolgend arrest gewezen in de zaak van: de Naamlooze Vennootschap Tuschinski's Exploitatie M a a t s c h a p p ij, gevestigd te Rotterdam, eischeres tot cassa tie van een vonnis van de Arrondissements-Rechtbank te Rotter dam op 22 Mei 1935 tusschen partijen uitgesproken, vertegen woordigd door Mr, J. van Kuyk, advocaat bij den Hoogen Raad, tegen de volgens het Duitsche recht rechtspersoonlijkheid bezittende „Gen o s s en s c h a f t zur Verwertung Musikali- scher Auffuehrungsrechte" (GEMA), in liquidatie, gevestigd te Berlijn, verweerster in cassatie, vertegenwoordigd door Mr. F. J. de Jong, mede advocaat bij den Hoogen Raad; Gehoord partijen; Gehoord den Advocaat-Generaal Wynveldt, in zijne conclusie namens den Procureur-Generaal, strekkende tot vernietiging van het bestreden vonnis, teneinde met inachtneming van 's Hoogen Raads arrest verder te worden berecht en beslist, en veroordeeling van verweerster in de kosten der procedure; Overwegende, dat uit het arrest van den Hoogen Raad van 14 Februari 1935 in deze zaak gewezen, zoomede uit het thans be streden vonnis van de Rechtbank te Rotterdam blijkt; dat de Sokal Film G.m.b.H. te Berlijn de maker is van de geluids film „Das Blaue Licht"; 98

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1935 | | pagina 97