dracht tot vervaardiging van de muziek van Sokal kreeg en aan
nam, zijn rechten op die compositie reeds aan Gema had overge
dragen en had kunnen overdragen, bevestigend beantwoordt en
alzoo te dien tijde het auteursrecht op de muziek van Becce reeds
aan Gema toebehoorde;
dat hieruit volgt, dat op of omstreeks den eersten Maart 1933
de Gema uitsluitend gerechtigd was bedoelde muziek in het open
baar uit te voeren en daarvoor toestemming aan derden te ver
kenen, ongeacht het uitsluitend recht van Sokal op het verzamel
werk alszoodanig;
Overwegende, dat Tuschinski tegen dit vonnis als middelen van
cassatie heeft voorgedragen:
1. Schending of verkeerde toepassing van artikelen 162 der
Grondwet, 20 der Wet op de Rechterlijke Organisatie, 48, 59
van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, 668 en 1370
van het Burgerlijk Wetboek, 1 en 2 der Auteurswet 1912, omdat
de Rechtbank op grond, dat het auteursrecht op muziekwerken, in
de toekomst door een bepaald componist te vervaardigen, een vol
doende bepaalbaar object is en als toekomstige zaak het onderwerp
eener overeenkomst kan uitmaken, de vraag, of Becce, toen hij de
opdracht tot vervaardiging van de muziek van Sokal kreeg en aan
nam, zijn rechten op die compositie reeds aan Gema had overge
dragen en had kunnen overdragen, bevestigend heeft beantwoord,
en op grond van hetgeen de Rechtbank daaruit afleidde het vonnis
van den Kantonrechter heeft bevestigd; ten onrechte, omdat de
door de Rechtbank aangehaalde akte dateert van 29 Mei 1929, en
Sokal aan Becce in 1932 opdracht tot het maken der muziek, waar
over geschil, heeft gegeven, terwijl overdracht van auteursrecht
slechts denkbaar en rechtens slechts mogelijk is, indien dat recht,
althans het werk waarop dat recht betrekking heeft, bij het aan
gaan der akte van overdracht reeds bestaat, althans indien het
recht of het werk individueel bepaalbaar is, en noch het een, noch
het ander zich blijkens de door de Rechtbank vastgestelde feiten
ten deze voordoet; althans door de Rechtbank niet is onderzocht of
het een of het ander zich ten deze voordoet;
2. subsidiair, voor het geval het onder 1. voorgedragen middel
ongegrond mocht worden bevonden:
Schending of verkeerde toepassing van artikel 48 van het Wet
boek van Burgerlijke Rechtsvordering, artikel 4 der herziene Berner
conventie voor de bescherming van letterkundige en kunstwerken,
artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek, omdat de Rechtbank de
vraag, of Becce, toen hij de opdracht tot vervaardiging van de
muziek van Sokal kreeg en aannam, zijn rechten op die compositie
reeds aan Gema had overgedragen en had kunnen overdragen,
heeft beantwoord op gronden, ontleend aan Nederlandsche wets
bepalingen, hoewel de Duitsche, althans een vreemde, wet de
rechten en verplichtingen uit een te Berlijn in de Duitsche taal
100