Terwijl dus de capaciteit van het Amsterdamsche bioscoop
bedrijf sedert 1930 ruim 40 is opgevoerd, is het bezoek sedert
dien tijd slechts met 19 gestegen. Indien men zelfs aanneemt,
dat in 1930 de capaciteit der Amsterdamsche bioscopen in ver
band met de toen bestaande belangstelling voor de film niet geheel
toereikend was, dan nog lijdt het geen twijfel, dat bij een vergelij
king van de hiervoor vermelde percentages de conclusie voor de
hand ligt, dat de capaciteit in verhouding tot de stijging van het
bioscoopbezoek te hoog is opgevoerd.
Er zijn dus twee factoren aan te geven, welke den gang van
zaken in het Amsterdamsche bioscoopbedrijf nadeelig hebben be
ïnvloed, de achteruitgang van den gemiddelden entreeprijs en de
te hooge opvoering van de capaciteit van het Amsterdamsche bio
scoopwezen.
Wat dit laatste betreft heeft de Bond in het afgeloopen jaar door
de vaststelling van het Nieuwe Leden- en Zakenbesluit een ver
dere opvoering dezer capacieit verhinderd. Ten aanzien van de
verlaging van den gemiddelden entreeprijs zijn tot nu toe nog
geen maatregelen genomen om deze voortschrijdende daling tot
staan te brengen.
Wil het bioscoopbedrijf in Amsterdam profijt trekken van de
verheugende stijging van het bioscoopbezoek, verheugend omdat
daaruit blijkt een steeds toenemende belangstelling van de burgerij
voor de film, dan zullen naast het verbod van den Bond op het
vestigen van nieuwe bioscopen in de hoofdstad, ten spoedigste
maatregelen genomen moeten worden tot herziening van de entree
prijzen.
Weliswaar heeft de Afdeeling Amsterdam zich in het afgeloopen
jaar met het probleem der entreeprijzen beziggehouden, doch hier
toe was zij genoopt doordat een der leden op sensationeele wijze
een verlaging dier prijzen in den vorm van coupons had aange
kondigd. Hierdoor nam de Afdeeling Amsterdam het initiatief om
te komen tot reglementeering van de entreeprijzen.
In een op 18 April gehouden spoed-ledenvergadering, waarin de
aankondiging van een der leden betreffende de uitgifte van goed-
koope zomerkaarten groote beroering had teweeg gebracht, werd
een motie aangenomen, waarin het Hoofdbestuur van den Bond
met aandrang verzocht werd van bondswege voorschriften te doen
uitvaardigen, welke erop gericht zijn, dat de entreeprijzen niet
onder een normaal peil (normaal in overeenstemming met de waar
digheid en de standing van het bedrijf) verder zullen terugvallen.
Tegemoetkomende aan dezen aandrang, heeft het Hoofdbestuur
.128