advies van ons Afdeelingsbestuur ingewonnen. Het Afdelings bestuur, dat in een doeltreffende bestrijding van de werkloosheid mede een belang ziet voor het bioscoopbedrijf, hetwelk immers meer profijt kan trekken uit een welvarende stad dan uit een stad waarin een groot leger van mannen en vrouwen tot werkeloosheid zijn gedoemd, hoopt ook in de toekomst aan dat Gemeentelijk Bureau zijn steun en medewerking te kunnen verleenen. Dat het Afdeelingsbestuur ook weer zijn aandacht heeft geschon ken aan de hoogst noodzakelijke vermindering der exploitatie uitgaven moge blijken uit het feit, dat het na lange onderhandelingen erin geslaagd is met de directies van de dagbladen „Het Volk" en het „Handelsblad" een voor alle leden van de Afdeeling Amsterdam voordeeliger advertentietarief te verkrijgen. Aan deze nieuwe tarieven heeft het Afdeelingsbestuur de collectiviteitsgedachte ten grondslag gelegd, waaraan de kleine adverteerder in het bedrijf te danken heeft een zelfden regelprijs, welke ook voor den grootsten adverteerder geldt. Het Afdeelingsbestuur had zich in het verslagjaar ook bezig te houden met enkele arbeidsconflictjes, welke echter dank zij een rustig overleg tusschen het Afdeelingsbestuur met de Amsterdam- sche Afdeelingsbesturen van den Alg. Nederl. Metaalbewerkers bond en van de Federatie van Metaalbewerkers in der minne konden worden opgelost. Ook moest het Afdeelingsbestuur eenige malen de gemoederen van enkele leden tot rust brengen, welke door onderling gekrakeel in beroering waren gekomen. Uiteraard werd ook aan de interne organisatie groote aandacht besteed, waarbij vooral nauwkeurig werd nagegaan of de in 1935 opgerichte Afdeelingsraad als een nuttig, dan wel als een over bodig orgaan in het bondsleven functionneerde. Het Afdeelings bestuur kwam daarbij nog niet tot een definitieve conclusie, welke het zich echter eerlang hoopt te vormen. De verstandhouding ten opzichte van den Afdeelingsraad was overigens van den meest aangenamen aard; ook met het Hoofd bestuur en met alle Afdeelingsbesturen verkeerde het Bestuur van de Afdeeling Amsterdam in de beste harmonie. Het plotseling verscheiden van den Afdeelingsvoorzitter, den heer J. Veerman, op den 8sten Februari van het verslagjaar hebben wij bereids in ons vorig jaarverslag gememoreerd. In de op 12 Maart gehouden Jaarvergadering van de Afdeeling Amsterdam heeft de waarnemende afdeelingsvoorzitter, de heer W. K. G. van Royen een treffende herdenkingsrede aan den af- 131

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1936 | | pagina 127