Afdeeling „Het Centrum" JAARVERSLAG OVER 1936. Volgens artikel 13 van het afdeelingsreglement heb ik de eer U verslag uit te brengen over het jaar 1936, bevattende de voor naamste verrichtingen onzer afdeeling. Evenmin als uit het jaarverslag over 1935, kan uit dat over 1936 een optimistisch geluid klinken. De alom heerschende crisis drukt ook zwaar op onze bedrijven. De groote werkloosheid en de sterk verminderde koopkracht der andere bevolkingsklassen, hadden ongetwijfeld een remmenden invloed op het bioscoopbezoek. Hoewel de inkomsten dus over de geheele linie daalden, bleven de vaste lasten even zwaar drukken. De lichte verbetering echter, welke de laatste maanden in den algemeenen toestand is ingetreden, wettigt de hoop, dat ook het bioscoopbedrijf daar in 1937 de vruchten van mag plukken. Van zeer groote belang is dan ook voor onze leden in het alge meen de kwestie van de verhooging van de vermakelijkheidsbelas- ting op de bioscopen te Haarlem. De Kroon heeft echter deze belastingverhooging van de ge meente Haarlem nog steeds niet bekrachtigd en bestaat er een zeer groote kans, dat dit ook niet zal gebeuren. Dit jaar kwam weer een gewijzigd nieuwe leden- en zakenbesluit tot stand, dat na vele vergaderingen en studie door de algemeene vergadering werd aangenomen. Aangezien dit Nieuwe Leden- en Zakenbesluit expireert op 15 Februari 1937, was het Hoofdbestuur genoodzaakt weer met maatregelen te komen in het belang der leden. Dit is intusschen geschied. Wat het interne leven onzer afdeeling aangaat, mogen hier de volgende punten gememoreerd worden. In de jaarvergadering op 5 Maart 1936 werd de heer Van Twisk herkozen als lid van het Bestuur van onze afdeeling. In de vacature-Hoseck werd gekozen de heer Prager te Haarlem. 150

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1936 | | pagina 146