hetzij door middel van projectieplaatjes, hetzij door middel van
reclamefilms, uit een oogpunt van publiciteit van groote waarde is.
Alle ter vergadering aanwezige reclame-exploitanten traden on
middellijk tot het lidmaatschap toe, waarmede de oprichting van"
de nieuwe vereeniging een feit was geworden. Tot bestuursleden
werden vervolgens gekozen de heeren L. Calff, W. Quist, J. Smit,
alsmede de heer A. C. van Dam uit Rotterdam. Tot vijfde be
stuurslid en als gedelegeerde van den Nederlandschen Bioscoop-
Bond benoemde het Hoofdbestuur vervolgens den heer J. Wessel
te Amsterdam.
De nieuwe vereeniging begon haar werkzaamheden onmiddellijk
met groote activiteit en hield op 30 October haar eerste algemeene
ledenvergadering, waarbij het concept-Statuten, behoudens enkele
wijzigingen van ondergeschikt belang, werd goedgekeurd. In de
daarop volgende ledenvergaderingen van 21 en 28 December werd
allereerst behandeld het Algemeen Reglement der nieuwe vereeni
ging, hetwelk geheel van huishoudelijken aard is, terwijl voorts
aan de orde werd gesteld het z.g. Algemeen Bedrij f sreglement. Dit
Bedrijfsreglement, hetwelk, nadat daarop verschillende amende
menten waren ingediend, werd goedgekeurd, vormt de grondslag
voor de saneering van het bioscoopreclame-bedrijf. Het bevat een
complex van maatregelen, die er op gericht zijn unfaire concurren
tie tusschen de leden onderling te beletten, hoewel de leden uiter
aard in de bepaling hunner prijzen geheel worden vrijgelaten. Wel
bevat het Reglement voorschriften, die waarborgen, dat aan onder
nemingen, die reclame in bioscooptheaters willen maken, voor het
zelfde object door alle leden van de vereeniging dezelfde prijzen
worden opgegeven. Nauwkeurig is gereglementeerd, wie voor kor
tingen op deze prijzen in aanmerking komen, n.1. de leden der
vereeniging, de erkende advertentiebureaux en de erkende tus-
schenpersonen. Voorts zijn in het Reglement bepalingen opgeno
men ten aanzien van de betalingen tusschen de leden onderling
en de strafmaatregelen, welke genomen kunnen worden bij niet
tijdige betaling.
Uit het vorenstaande moge geconcludeerd worden, dat de Ne-
derlandsche Vereeniging van Bioscoopreclame-Exploitanten reeds
belangrijk werk op het gebied van de saneering van het bioscoop
reclame-bedrijf heeft verricht en dat de verwachting mag worden
uitgesproken, dat ook de verdere plannen dezer vereeniging in die
richting spoedig ten uitvoering zullen kunnen worden gebracht.
67