WETGEVENDE- EN BESTUURSARBEID. In vorenstaande hoofdstukken werd reeds grootendeels geme moreerd, wat er in dit jaar aan wetgevenden arbeid is verricht. Zooals gebruikelijk laten wij thans een beknopte samenvatting volgen van wat er in de wetgevende- en bestuursvergaderingen van den Bond is verricht. Ledenvergaderingen. In het afgeloopen jaar zijn drie ledenvergaderingen gehouden tegen vijf in 1935. Op 10 Februari zijn de leden in een buitengewone vergadering bijeengekomen, ten einde het „Nieuwe Leden- en -Zakenbesluit" vast te stellen. Het voorstel van het Hoofdbestuur inzake dit besluit werd aangenomen met 146 tegen 23 stemmen. Op het voorstel waren vele amendementen ingediend, waarvan er verschillende tijdens de vergadering werden ingetrokken, andere werden goed gekeurd en de overige werden verworpen. Onder deze laatste amendementen, die dus verworpen werden, waren er ook eenige van de Bedrijfsafdeeling Filmverhuurders, waarover breedvoerig werd gediscussieerd, maar ten aanzien waarvan het Hoofdbestuur zich op het standpunt stelde, dat deze amendementen onaanvaard baar waren. De stemmingsuitslag heeft het Hoofdbestuur niet bevredigd en dit is de aanleiding geworden voor de door het Hoofdbestuur ter hand genomen reorganisatie der Statuten, beoogende de structuur van onze organisatie in overeenstemming te brengen met de gelijk waardige positie, welke de beide groote groepen van leden in economisch opzicht innemen. Op 30 Maart is de jaarlijksche ledenvergadering gehouden, waarin overeenkomstig het bepaalde in artikel 35 der Statuten schriftelijk verslag over de werkzaamheden in 1935 werd uitgebracht en door den Penningmeester rekening en verantwoording werd afgelegd van het financieel beheer over het afgeloopen jaar. De rekening en vreantwoording over 1935 sloot in ontvangsten en uitgaven met een bedrag van 63.442,60 De rekening van den Bond werd goed gekeurd, evenals de rekeningen der afdeelingen. 68

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1936 | | pagina 68