De contributie over 1936 werd op dezelfde grondslagen vastge steld als het vorige jaar, terwijl op voorstel van het Hoofdbestuur besloten werd om het batig saldo van 1935 aan te wenden voor afschrijving van het grootste deel van het bedrag, waarmede de begrooting voor de herdenking van het 40-jarig bestaan der cine- matographie was overschreden. De begrooting voor 1936, sluitende in ontvangsten en uitgaven met een bedrag van 60.000.werd met algemeene stemmen vastgesteld. Hierbij kan nog vermeld worden, dat besloten werd de door de leden op te brengen jaarlijksche bijdrage aan de Weerstandskas over 1936 weer vast te stellen op 20van den contributie-aanslag. Bij de gehouden Hoofdbestuursverkiezing werden de heeren L. Groen, directeur van de N.V. Netherlands Fox Film Corporation te Amsterdam en M. P. M. Vermin, directeur van het Theater Mabi te Maastricht, herkozen, terwijl in de vacatures, ontstaan door het overlijden van den heer J. Veerman en door het aftreden van de heeren Ch. van Biene, H. Ehrlich en B. D. Ochse, resp. gekozen werden de heeren W. K. G. van Royen, directeur van de N.V. Rema te Amsterdam, D. v. d. Berg, directeur van de N.V. Habé Film te Amsterdam, I. Cohen Barnstijn, directeur van het Flora Theater evenals van het City Theater en het Palace Theater te Utrecht, en C. S. Roem, directeur van de N.V. Filmfabriek Profilti en de N.V. Filmverhuurkantoor Odeon te 's-Gravenhage. De buitengewone ledenvergadering, welke op Maandag, 7 De cember 1936 te Amsterdam werd gehouden, had een zeer uitvoerige agenda te verwerken. Daarbij kwam allereerst aan de orde het voorstel van het Hoofdbestuur tot vaststelling van een Prijzen- Reglement, houdende een samenstel van maatregelen tot vaststelling van minimum-entreeprijzen voor alle Nederlandsche bioscopen. Tijdens de behandeling van dit belangrijke voorstel bleek echter, dat er op het laatste oogenblik nog zooveel ingrijpende amendemen ten waren ingediend, waarbij zoowel voor het Hoofdbestuur als voor de leden de gelegenheid had ontbroken om zich over deze amendementen een oordeel te kunnen vormen, dat besloten werd de verdere behandeling tot een volgende ledenvergadering uit te stellen, echter onder de bepaling, dat nog uiterlijk tot 1 Januari '37 op het concept Prijzen-Reglement amendementen mochten worden ingediend, maar dat na dien datum geen amendementen meer zou den worden geaccepteerd. 69

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1936 | | pagina 69