nog toevoegden de gegevens, welke ons dienaangaande uit andere
vooraanstaande gemeenten bekend zijn. Vast staat, dat ze, voor
wat sommige plaatsen betreft, een nog ongunstiger beeld te zien
geven.
Mede afgaande op vorenstaande indicaties mogen we, het geheel
overziende, niet anders dan vaststellen, dat ook het Nederlandsche
film- en bioscoopbedrijf in niet geringe mate geleden heeft onder
den ongunst der tijden.
Het behoeft wel geen betoog, dat de taak van de Bondsleiding
dientengevolge in het afgeloopen jaar een buitengewoon zware is
geweest. Zooals gezegd was zij er dit jaar eene van hoofdzakelijk
internen, organisatorischen aard, en het is wel daarom in het bij
zonder, dat wij niet aarzelen het jaar 1935 voor den Bond uiterst
belangrijk te noemen.
Innerlijke bouw van den Bond.
Het afgeloopen jaar was in een woord een jaar van drukken en
ernstigen arbeid aan den innerlijken bouw van den Bond, een jaar
van studie, van terreinverkennen als gevolg van de kentering der
tijden en van de ontwikkeling van ons bedrijf, een jaar waarin wij
als het ware opnieuw positie hebben moeten kiezen in de overtui
ging, dat de positie, die thans door het film- en bioscoopbedrijf zal
worden ingenomen, ook die van de toekomst zal zijn.
Er moesten maatregelen genomen worden inzake de vestiging
van nieuwe zaken, inzake de reglementeering van den minimum-
entreeprijs, inzake de saneering van het reclamefilmbedrijf, inzake
de saneering van bedrijven van leden, inzake het smalfilmvraag-
stuk, inzake het televisievraagstuk, inzake jeugdverbod en belas
tingen, terwijl het Hoofdbestuur eveneens zijn aandacht besteden
moest aan den filmimport en aan het vertoonen van meer dan twee
hoofdfilms in een programma, een euvel, dat langzamerhand een
ongewenschten omvang had gekregen.
Een groot gedeelte van den Hoofdbestuursarbeid was gewijd
aan de voorbereiding eener principieele wijziging van de Statuten,
zulks in overeenstemming met de natuurlijke ontwikkeling van den
Bond en neerkomende op een toekenning van gelijke rechten aan
bioscoopexploitant en filmverhuurder, ook in de wetgevende ver
gadering.
Gezond maatschappelijk inzicht gebood deze Statutenwijziging
aan te grijpen als een gelegenheid om verschillende voorschriften,
vastgelegd in bedrijfsbesluiten, onder te brengen in een of meer
6