Zijn naam staat onuitwischbaar in de annalen van den Bond
gegrift.
Hoofdbestuursvergaderingen.
In de samenstelling van het Hoofdbestuur kwam in den loop van
1936 groote verandering. Naast de vacature, ontstaan door het
overlijden van den heer J. Veerman, waren er op de jaarvergade
ring van 30 Maart 1936 niet minder dan 5 vacatures te vervullen.
De heeren Ch. van Biene, H. Ehrlich en B. D. Ochse traden als
Hoofdbestuursleden af en waren niet bereid een nieuwe candida-
tuur te aanvaarden. Daardoor moest de Bond afstand doen van
eenige bekwame bestursleden, die in den loop der jaren hun
sporen op het gebied onzer bedrijfsorganisatie ruimschoots hebben
verdiend en aan wie bij deze hulde en dank wordt gebracht voor
de belangrijke diensten, welke zij als Hoofdbestuursleden aan den
Bond hebben bewezen. Het Hoofdbestuur is in de jaarvergade
ring als volgt samengesteld: D. Hamburger Jr., Utrecht, Voorzitter;
C. S. Roem, 's-Gravenhage, Vice-Voorzitter; S. Zondervan,
Leeuwarden, Secretaris; W. K. G. van Royen, Amsterdam, Pen
ningmeester; D. van den Berg, Amsterdam, Gedelegeerde; I. Cohen
Barnstijn, Utrecht; L. Groen, Amsterdam; M. P. M. Vermin,
Maastricht en J. Wessel, Bloemendaal.
Er werd in het jaarverslag over 1935 geconstateerd, dat de taak
van de leden van het Hoofdbestuur in dat jaar zéér zwaar was ge
weest, thans moet worden vastgesteld, dat hun bemoeiingen in 1936
zelfs nog zijn toegenomen. Hoewel maatregelen werden genomen
om tot vereenvoudiging van het Hoofdbestuurswerk te geraken,
moest het Hoofdbestuur in 1936 niet minder dan 26 maal in ver
gadering bijeenkomen; vier dezer vergaderingen duurden elk twee
dagen, zoodat de Hoofdbestuurders 30 dagen (vorig jaar 28) ge
heel beschikbaar moesten stellen voor het Bondswerk. De leden
van het Dagelijksch Bestuur kwamen bovendien nog 10 maal in
vergadering bijeen.
Een volledige opsomming en omschrijving te geven van alle
onderwerpen, die in deze vergaderingen ter sprake kwamen, is
ondoenlijk. Daarmede zou een geheel boekwerk gevuld kunnen
worden. Wij moeten dan ook volstaan met enkele belangrijke onder
werpen te resumeeren. Men trekke hieruit echter niet de conclusie,
dat de overige onderwerpen van belang ontbloot zouden zijn. In
tegendeel, slechts wegens gebrek aan plaatsruimte en omdat in dit
verslag slechts de meest markante feiten gereleveerd kunnen wor
den, worden die overige onderwerpen hier niet besproken.
71