Kwesties met buitenlanders. Ook in het afgeloopen jaar had het Hoofdbestuur weer een groot aantal kwesties te behandelen, die gerezen waren tusschen buitenlandsche filmverkoopers en onze leden-filmverhuurders en -filmimporteurs. Een der leden-filmverhuurders heeft de interventie van het Hoofdbestuur ingeroepen terzake van de voor hem dreigende moei lijkheden, die zouden ontstaan als gevolg van de omstandigheid, dat hij die reeds jarenlang een bepaald „product" in Nederland distribueerde, maar daartoe door den producent voor wat de nieuwste productie betreft niet meer in de gelegenheid werd ge steld steeds een jaar met het uitbrengen der productie ten op zichte van het produceerend land ten achter was geweest, en het product van het afgeloopen jaar nog in Nederland moest uitbrengen en de producent, die daarvan op de hoogte was, desniettemin zijn nieuwste product voor directen verhuur aan een anderen filmim- porteur wilde afstaan, waardoor twee „jaargangen" van hetzelfde product tegelijk op de Nederlandsche filmmarkt zouden uitkomen. Op grond van de overweging, dat dit laatste niet alleen aan den betrokken filmverhuurder, maar ook aan de leden-exploitanten, die met dien verhuurder hadden gecontracteerd, groote schade zou kunnen toebrengen, heeft het Hoofdbestuur bepaald, nadat met alle betrokkenen een compromis was tot stand gebracht, dat de nieuwste productie niet vóór 1 September 1936 zou mogen worden vertoond en dat niet eerder dan vanaf 1 Juli 1936 daarvoor propa ganda zou mogen worden gemaakt. Nog een derde lid-filmimpor- teur was bij deze zaak betrokken, hetwelk aanvankelijk zijn rechten eveneens ter bescherming in handen van het Hoofdbestuur had gegeven. Dit lid deed echter zonder daarin het Hoofdbestuur te kennen vrijwillig van die rechten afstand, zij het onder voor dat lid moeilijke omstandigheden. Toen het echter later op dit afstand doen wilde terugkomen, kon het Hoofdbestuur niet meer ter be scherming van de reeds vrijgegeven rechten van het lid optreden. Een andere klacht, waarbij evenals bij de vorige bleek, dat som mige filmproducenten in groote landen het niet al te nauw probeeren te nemen met hun afspraken en overeenkomsten met hun afnemers in kleinere landen, had eveneens betrekking op het ter distributie in Nederland afstaan van een groot filmproduct. In dat geval was reeds in feite een nieuwe overeenkomst tot stand gekomen met den filmverhuurder, die reeds eenige jaren het product in ons land 74

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1936 | | pagina 74