ARBITRAGE. De leden der Commissie van Geschillen, de heeren J. S. Croeze en P. Vermeer Jr. werden na de jaarvergadering door het Hoofd bestuur herbenoemd. In de plaats van de heeren T. B. Hooghoudt en G. van Laeken, die wegens veranderingen in de directies niet voor een herbenoeming in aanmerking konden komen en van de heeren L. Groen en W. P. Peters, die tot leden van den Raad van Beroep „promoveerden", werden tot leden der Commissie van Geschillen benoemd de heeren P. H, Bakker, C. H. de Lange, J. L. Paerl en A. van Santen. Tot Voorzitter en plaatsvervangend Voorzitter der Commissie werden herbenoemd resp. de heeren Ed. Cohen Barnstijn en J. Wessel. Tot Secretaris der Commissie werd ter vervanging van den Bondsdirecteur benoemd de heer H. W. Hagenberg Jr., assis tent van het Bondsbureau. Door loting ten overstaan van het Hoofdbestuur werden de Kamers als volgt samengesteld: Eerste Kamer: de heeren J. L. Paerl en A. van Santen; Tweede Kamer: de heeren P. H. Bakker en P. Vermeer Jr.; Derde Kamer: de heeren J. S. Croeze en C. H. de Lange. Alle in 1936 gehouden zittingen stonden op twee na onder leiding van den heer Ed. Cohen Barnstijn. Voor de behandeling van eenige omvangrijke geschillen, waarbij familieleden van den heer Barnstijn waren betrokken, is vergaderd onder voorzitterschap van den heer J. Wessel, onder wiens leiding bovendien 5 andere dusdanige geschillen werden behandeld. De drie Kamers der Commissie van Geschillen hebben gezamen lijk in 1936 37 zittingen gehouden (in 1935 34 zittingen), waarin behandeld werden 184 geschillen tegen 182 in 1935 en 146 in 1934. Van deze 184 behandelde geschillen zijn aanhangig gemaakt: 124 geschillen door leden-filrnverhuurders contra leden-exploi- tanten; 20 geschillen door leden-exploitanten contra leden-filmver- huurders; 5 geschillen tusschen filmverhuurders onderling; 8 geschillen tusschen exploitanten onderling; 86

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1936 | | pagina 86