Afdeelingsraad JAARVERSLAG OVER 1937 Begin 1937 was de toestand in den Afdeelingsraad vrij verward. De voorzitter, de heer Joh. Miedema, had zijn functie neergelegd, omdat hij niet tevreden was over de te slappe houding, wij zouden kunnen zeggen ,,de windwijzer-houding", die een deel zijner Afdeelingsraadleden op de bondsvergadering van einde 1936 had aangenomen en het Hoofdbestuur was ontstemd, omdat een deel der bondsleden, waarschijnlijk tengevolge van het optreden van den Afdeelingsraad, op bovengenoemde vergadering zich ten opzichte van het Hoofdbestuur niet correct gedragen had. Het Hoofdbestuur noodigde daarover het bestuur van den Afdeelingsraad en de besturen der Afdeelingen ter conferentie. Het kreeg daardoor gelegenheid nog eens uitvoerig en in be perkten kring een overzicht te geven van de gebeurtenissen en feiten, die blijkbaar tot misverstand aanleiding gegeven hadden. Er ontstond een wederzijdsch begrijpen en een geest van volledig vertrouwen keerde terug, waardoor tevens de basis vernieuwd en versterkt werd voor een vruchtbare samenwerking. Zou men de verkiezing van den afgetreden voorzitter, den heer Miedema, tot lid van het Hoofdbestuur kunnen beschouwen als het zegel, dat op dit nieuw gesloten verbond tot samenwerking gelegd werd? Hoe het ook zij, toen in Maart de heer Zondervan zijn functie als lid van het Hoofdbestuur neerlegde, werd in zijn plaats de heer Miedema bij enkele candidaatstelling tot Hoofdbestuurslid gekozen. Nog zelden, mag gezegd worden, werd een verkiezing met zooveei instemming door de leden begroet als deze. Wij wenschen den heer Miedema nog van harte geluk met deze voor hem zoo hooge onderscheiding, die tevens de erkenning inhoudt van zijn verdiensten als eerlijk, onbaatzuchtig werker, voor de belangen van het Nederlandsche film- en bioscoopbedrijf. In den toen ontstanen geest van samenwerking, van zoeken naar hetgeen ons bindt en niet wat ons verdeelt, werd met het Hoofd bestuur met kracht en energie voortgewerkt. In een 5-tal conferenties werden met het Hoofdbestuur de ver- 110

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1937 | | pagina 109