toe geen antwoord werd ontvangen, is als bijlage aan dit verslag gehecht. In den loop van het verslagjaar werd door de Directie der Gemeente-Electriciteitswerken aan onze leden een nieuwe over eenkomst voor de levering van electriciteit voor het tijdvak van 1 Januari 1938 tot 31 December 1940 aangeboden, waarin een tarief was vastgesteld, sterk afwijkende van het op 1 Januari 1937 ingevoerde tarief. Het Afdeelingsbestuur trad hierover onmiddellijk met de G.E.W.-Directie in onderhandeling, waarbij het ernstige bezwaren tegen de nieuwe tarieven naar voren bracht. De bedoeling van de G.E.W.-Directie was, de bestaande tarieven om te zetten in een vastrecht-tarief. Bij de berekening van dat vastrecht was echter een vergissing begaan, doordat men als grondslag daarvoor had laten gelden het verbruik van 1936 en de tarieven van 1936, die echter in 1937 aanmerkelijk waren verlaagd. Het gevolg hiervan was, dat het nieuwe vastrechttarief in de practijk voor onze leden duurder zou worden. Bovendien vond het Afdeelingsbestuur het bezwaarlijk, dat voor de berekening van het vastrecht-tarief alleen het verbruik van de afgeloopen periode als grondslag werd genomen, wijl daardoor de leden, die in het verleden royaal stroom hadden verbruikt in de toekomst een hoog vastrecht hadden te betalen. Een straf dus voor de goede klanten van de G.E.W. Hiertegen heeft het Afdeelingsbestuur stelling genomen: het kon zich wel vereenigen met een vastrecht-tarief, mits niet alleen het vroegere verbruik, maar ook de capaciteit van het theater in elk opzicht als factor voor de berekening van dat vastrecht werd inge schakeld. Daar hiervoor nog geen basis kon worden gevonden, werd de invoering van het nieuwe vastrecht-tarief opgeschort. Met den Inspecteur van de belasting op vermakelijkheden werd in het begin van het jaar een regeling getroffen, waarbij de vroeger in Amsterdam ingestelde z.g. „diplomarang" werd opgeheven en de diploma-houder de gelegenheid kreeg op een willekeurigen rang plaats te nemen, onder de nadrukkelijke voorwaarde, dat hij bij controle, zoowel het hem verstrekte toegangsbewijs, als zijn diploma heeft te toonen. Bovendien werd een regeling getroffen inzake de afgifte van 117

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1937 | | pagina 116