Maastricht staat nu in vermakelijkheidsbelasting gelijk met wel haast alle Gemeenten in Nederland en zal nu met ons allen de resultaten der komende actie moeten afwachten. Om zich zooveel mogelijk staande te houden hebben vele onzer collega's dikwijls hun toevlucht genomen tot middelen, die geen uitkomst konden brengen, doch beslist en zeker geleidelijk naar den totalen ondergang moesten voeren. Wij bedoelen hiermede o.a. het verlagen der entreeprijzen en het overladen der programma's, die hier en daar zelfs reeds uit 3 hoofdnummers en eenig bijwerk bestonden. Het Hoofdbestuur zag in, dat hiertegen maatregelen dienden genomen te worden. Op 2 Augustus kwam n.1. het minimumprijzenreglement tot stand, waardoor voor alle theaters de minimum-entreepijzen bindend werden vastgesteld. Door het Hoofdbestuur werd tevens een verbod aangekondigd van het vertoonen van filmprogramma's, die uit meer dan 2 hoofd nummers en eenig bijwerk zouden bestaan. Dit verbod zal nader worden geregeld in een der bedrijfsregle- menten, die straks door den ledenraad, wanneer eenmaal de Ko ninklijke Goedkeuring op de gewijzigde statuten zal zijn verkregen, zullen worden behandeld en vastgelegd. Voordat dit minimumprijzenreglement echter tot stand kwam en dit verbod tot het vertoonen van dergelijk overladen programma's officieel werd aangekondigd heeft het Afdelingsbestuur getracht door correspondentie en onderlinge besprekingen dit euvel daar, waar het zich voordeed, weg te nemen. Dat dit dikwijls tot moeilijkheden aanleiding gaf behoeft geen betoog. Het tot standkomen van een officieele regeling van Bondswege wordt dezerzijds dan ook van harte toegejuicht. In het prijzencollege, dat ingevolge het minimumprijzenreglement. werd ingesteld, werd een der leden onzer afdeeling n.1. de heer A. Zümdick uit Venlo gekozen. Wij wenschen den heer Zümdick geluk met deze benoeming en vertrouwen, dat hij ook in deze commissie wederom zijn bekende beste krachten zal geven. In grove trekken meenen wij hierdoor den algemeenen toestand van het bioscoopbedrijf in ons gewest te hebben weergegeven. Hieronder volgen thans eenige feiten en bijzonderheden, die zich 142

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1937 | | pagina 141