ging. Mede door de gemeenschappelijke lunch, waaraan nage
noeg alle leden der Vereeniging deelnamen, droeg deze vergade
ring een bijzonder karakter. De behandeling van het concept-
Arbitrage-Reglement had een vlot verloop. Bij de rondvraag werd
door een der leden een belangrijk onderwerp aan de orde gesteld,
doordat hij het denkbeeld opperde een plan te ontwerpen voor
een beperking van de toelating van nieuwe leden, welk plan door
het Bestuur in studie is genomen.
Bij de bestuursverkiezing bleek, dat uitsluitend de aftredende
leden candidaat waren gesteld, hoewel sommige leden ook van
plan waren andere candidaten te stellen, hetgeen door een misver
stand niet tijdig was geschied. Derhalve verklaarden de herkozen
bestuursleden zich bereid in de jaarvergadering in 1938 hun zetels
ter beschikking te stellen, opdat de abuizen alsnog hersteld zouden
kunnen worden.
Het Bestuur, dat in 1937 13 maal in vergadering is bijeengeko
men, bestond uit de heeren I. Calff, Voorzitter, J. Smit, Vice-Voor
zitter, W. Quist, Penningmeester, en A. C. van Dam, bestuurslid,
alsmede uit een gedelegeerde van den Nederlandschen Bioscoop-
Bond, zijnde aanvankelijk de heer Wessel en later de heer
W. K. G, van Royen.
Aan de samenwerking met den heer Wessel, die wegens drukke
werkzaamheden elders zijn functie niet langer kon blijven vervul
len, bewaart het Bestuur de beste herinneringen.
Van den heer Van Royen moge hier getuigd worden, dat diens
activiteit en ook diens gezaghebbend woord voor de Vereeniging
van groote beteekenis zijn.
Tenslotte moge hier nog gereleveerd worden, dat de Commissie
van Geschillen in het jaar 1937 bestond uit de heeren J. Smit.
A. C. van Dam en C. N. Meyer, terwijl de Raad van Beroep was
samengesteld uit de heeren L. Calff, P. C. D. v. d. Bergh er.
L. H. van Swieten de Blom.
Er werd in 1937 in één geschil door de Commissie van Geschil
len bij verstek uitspraak gewezen, welke uitspraak in beroep door
den Raad van Beroep werd vernietigd, waarbij de ingestelde vor
dering aan den eischer werd ontzegd.
De samenwerking tusschen de Vereeniging en den Nederland
schen Bioscoop-Bond heeft in 1937 niets te wenschen overgelaten,
hetgeen behalve aan de waarneming van het Secretariaat der
158