18
V
politiek van de leden-exploitanten als belanghebbenden kunnen
worden beschouwd met het oog op de percentage-contracten, èn
omdat de ontwikkeling van den Bond thans zoo ver gevorderd
geacht moest worden, dat de vertegenwoordiging in colleges, wier
werkzaamheid de algemeene belangen van het bedrijf geldt, niet
langer afhankelijk mag zijn van de meerderheid van een groep.
Na veel overleg met Afdeelingsraad, Bedrijfsafdeeling, Film
verhuurders en onderscheidene leden, werd ten slotte over den
inhoud van het reglement overeenstemming bereikt en kon dit in
Mei opnieuw in concept aan de leden worden toegezonden.
Het nieuwe concept was voorzien van een considerans, waarin
overwogen wordt, dat geconstateerd is, dat in sommige plaatsen in
Nederland de minimum-toegangsprijzen voor voorstellingen, zoowei
/an permanente als van reizende bioscopen, zoozeer gedaald zijn,
in sommige gevallen door het uitreiken van reductiebiljetten,
couponboekjes e.d., dat niet alleen een loonende exploitatie niet.
meer mogelijk is, maar dat bovendien de waarde van dusdanige
voorstellingen in de oogen van het publiek tot een bagatel word:
verlaagd.
Verder wordt hierin overwogen, dat het niet slechts een bedrijfs
belang is van alle bioscoopexploitanten, maar een algemeen belang
van het geheele Nederlandsche film- en bioscoopbedrijf om maat
regelen te treffen ten einde te voorkomen, dat in eenige plaats in
Nederland de toegangsprijzen voor de voorstellingen zoowel in
permanente als van reizende bioscopen zoozeer dalen, dat loonende
exploitatie niet meer mogelijk is en/of door de toegangsprijzen in een
of meer plaatsen zoodanige concurrentie wordt aangedaan aan de
toegangsprijzen in andere plaatsen, dat de financieele draagkracht
van het geheele Nederlandsche bioscoopbedrijf en daarmede
tevens de financieele draagkracht van het geheele Nederlandsche
filmbedrijf dreigt te worden ondermijnd.
De onderhavige maatregelen zijn, gelijk de considerans aangeeft.
er op gericht excessen in den vorm van abnormaal lage toegangs
prijzen voor alle voorstellingen zoowel in permanente als van
reizende bioscopen, ook als deze verlaging is veroorzaakt door het
uitreiken van reductiebiljetten, couponboekjes e.d., tegen te gaan
en door het vaststellen zoowel van economisch verantwoorde mini
mumprijzen als van het maximum aantal plaatsen, waarvoor de
vast te stellen minimum-prijzen per voorstelling mogen gelden,
bovendien automatisch de vereischte progressie in de boven het
minimum genoteerde toegangsprijzen te verzekeren.
Het reglement bevat voorts verschillende definities, waarbii