onderscheid wordt gemaakt tusschen voorstellingen van gewone
permanente bioscopen en journaaltheaters, en voorstellingen van
reizende bioscopen.
Verder zijn aangegeven de vereischten, waaraan de vaststelling
van minimumprijzen moet voldoen, de procedure dezer vaststelling,
de samenstelling van de Prijzen-Commissie, de taak dezer Com
missie, beroepmogelijkheid, toezicht op de naleving en straf
bepalingen.
In de ledenvergadering van 12 Juli werd het reglement tenslotte
en nadat nog eenige artikelen waren geamendeerd, met nagenoeg
algemeene stemmen goedgekeurd.
Overeenkomstig het bepaalde in artikel 2C van het reglement
werden de leden van de Prijzen-Commissie, voorzoover zij een
plaatselijke of provinciale afdeeling vertegenwoordigen, benoemd
door de betreffende afdeeling en voorzoover zij de Bedrijfsafdeeling
Filmverhuurders vertegenwoordigen, door deze Bedrijfsafdeeling.
De Voorzitters van den Afdeelingsraad en van de Bedrijfsafdee
ling werden als zoodanig Voorzitter en Plaatsvervangend Voorzitter
van de Prijzen-Commissie.
Toen de Commissie op Maandag 9 Augustus door den Vice-
Voorzitter van het Hoofdbestuur, den heer C. S. Roem, werd
geïnstalleerd, was de samenstelling dezer Commissie als volgt:
de heeren S. J. Kinsbergen, Voorzitter, D. v. d. Berg, Vice-Voor
zitter, E. Alter, van Bentum, J. van Bommel. H. Gerschtanowitz.
L. J. Lievenboom, A. P. du Mée, P. Rust en A. H. L. Zümdick,
leden-exploitanten, en de heeren L. Katz, R. Minden, Ch. Peere
boom en G. H. Witmondt, leden-filmverhuurders. Ter vervanging
van den Bondsdirecteur is als Secretaris aan de Commissie toe
gevoegd de heer J. G. J. Bosman, assistent van het Bondsbureau.
De P. C. Colleges, als bedoeld in artikel 3 van het Minimum-
Prijzen-Reglement, werden als volgt samengesteld:
Voor de gemeente Amsterdam A. P. du Mée en R. Minden,
voor de gemeente Den Haag E. Alter en Ch. Peereboom, voor de
gemeente Rotterdam H. Gerschtanowitz en L. Katz, voor de ge
meenten, behoorende tot het ressort van de Afdeeling „Het Zuiden".
A. H. L. Zümdick en Ch. Peereboom, voor de gemeenten behoo
rende tot het ressort van de Afdeeling „Het Westen", J. van
Bommel en R. Minden, voor de gemeenten behoorende tot het
ressort van de Afdeeling „Het Oosten", L. J. Lievenboom en L.
Katz, voor de gemeenten behoorende tot het ressort van de Afdee
ling „Het Centrum", J. van Bentum en G. H. Witmondt en voor
19