de gemeenten behoorende tot het ressort van de Afdeeling „Het Noorden", J. P. Rust en G. H. Witmondt. De eerste daad van de Commissie was aan de leden-exploitanten een circulaire te zenden, waarin alle gegevens, die met het oog op de vaststelling van de minimumentreeeprijzen waren vereischt, werden opgevraagd. Als een bewijs van organisatorische scholing der leden zij in het bijzonder vermeld, dat vóór den gestelden datum de gevraagde gegevens door bijna alle leden bij den Secretaris van de Commissie waren ingeleverd. Dank zij deze medewerking was het aan de onderscheidene P. C. Colleges mogelijk nog vóór 1 September, overeenkomstig de betreffende bepalingen van het Minimum-Prijzen-Reglement, tot de voorloopige vaststelling van minimumentreeprijzen voor de biosco pen in ons land over te gaan. Op 31 Augustus werd overeenkomstig het reglement, aan allen, die hierbij betrokken waren, mededeeling van deze voorloopige vaststelling gedaan. In totaal maakten 85 leden tegen de voorloopige vaststelling bezwaar en op 29 September kwamen de onderscheidene Colleges opnieuw bijeen, ten einde de minimumprijzen na kennisneming van de ingekomen bezwaren opnieuw vast te stellen. Alvorens hiertoe werd overgegaan werd op 12 September op het Bondsbureau een vergadering gehouden van de Commissie in pleno, ten einde de ingekomen bezwaren onder de oogen te zien en de gedragslijn van de Commissie bij de uitvoering van het reglement vast te stellen. Het bleek, dat de binnengekomen bezwaren van drieërlei aard ■waren. Voor een gedeelte richtten zij zich tegen een vaststelling van minimumentreeprijzen, zonder dat rekening was gehouden met de z.g. populaire voorstellingen, welke in vele bioscopen regelmatig werden gegeven. Voor deze voorstellingen werd in het algemeen een lageren minimumentreeprijs verlangd. Voor een ander deel richtten de bezwaren zich tegen den minimumentreeprijs voor kindervoorstellingen en in het bijzonder tegen de beperkende bepaling, dat deze minimumentreeprijs slechts voor een derde gedeelte van het aantal beschikbare zitplaatsen mocht gelden. Er bleek n.1. een aantal bioscopen te zijn, dat sinds jaar en dag tegen zeer lage prijzen, zelfs tegen prijzen van 10 cent, 20

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1937 | | pagina 20