In het bijzonder werd daarbij hulde gebracht aan den Voorzitter der Commissie, den heer Mr. G. M. Greup en aan den Vice-Voor zitter, Jhr. Dr. J. C. Mollerus. In een sympathieke speech heeft de heer Mr. G. M. Greup erop gewezen, dat de Commissieleden zich in gevallen, waarin gegronde redenen waren tot vestiging van een nieuwe zaak, tegen een nieuwe vestiging niet verzetten. De mate van objectiviteit, waarmede door deze Commissie ver schillende gevallen onder de loupe waren genomen, had hem wel zeer sterk de overtuiging geschonken, dat men de uitvoering van diverse ordeningsbesluiten rustig aan de bedrijfsgenooten kan over laten. Krachtens het Overgangsbesluit van 1 Februari 1937 is in het afgeloopen jaar door het Hoofdbestuur 15 maal toestemming ver leend voor het exploiteeren eener permanente bioscoop, 12 maal voor het overnemen van een bestaande permanente bioscoop, een maal voor het overnemen van een reizende bioscoop, een maal voor het exploiteeren van een journaaltheater, een maal voor het exploi teeren van een filmproductiezaak, drie maal voor het overnemen van een filmverhuurkantoor, een maal voor het overnemen van een filmfabriek en een maal voor het verplaatsen van een permanente bioscoop. In totaal kwamen 89 verzoeken om toestemming krachtens het Overgangsbesluit in behandeling en werd in 37 gevallen toestem ming verleend en in 41 gevallen afwijzend beslist. 11 aanvragen zijn ingetrokken, terwijl in twee gevallen de aanvrage, nadat toe stemming was verleend, is ingetrokken. In de meeste van deze gevallen kon geen toestemming worden verleend op grond, dat of wel de voorgelegde plannen een specu latief karakter hadden, ofwel de financieele basis niet voldoende was, ofwel aan redelijke eischen inzake vakbekwaamheid niet kon worden voldaan. Wat de duur van het Overgangsbesluit betreft, was in de ver gadering van 1 Februari, nadat een hiertoe strekkend amendement was overgenomen, bepaald, dat het besluit van kracht zou blijven, totdat door een Algemeene Ledenvergadering andere voorzie ningen getroffen waren, echter uitsluitend tot 1 September of, indien alsdan de Koninklijke Bewilliging op de inmiddels gewijzig de Statuten, welke vóór 1 September 1937 bij het Departement van Justitie moesten zijn ingediend, nog niet was verkregen, tot op den dag, waarop deze Bewilliging zou worden afgekondigd. Ingevolge een verzoek van het Bestuur van de Bedrijfsafdeeling 28

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1937 | | pagina 28