doende den ernst van de overtreding, waaraan dit lid zich had schuldig gemaakt, tot uitdrukking te hebben gebracht. In een derde geval heeft het Hoofdbestuur ingevolge art. 17 der- Statuten een boete tot een bedrag van 100.opgelegd aan een lid-exploitant, omdat was gebleken, dat dit lid in een kleine ge meente een permanente bioscoop in exploitatie had genomen, zon der de vereischte toestemming daarvoor van het Hoofdbestuur, waarom het wel had verzocht, af te wachten. Het Hoofdbestuur heeft aan dit besluit de waarschuwing ver bonden, dat, indien dit lid of andere leden van den Bond andermaal in strijd met het Overgangsbesluit een nieuwe zaak, zonder toe stemming van het Hoofdbestuur zouden gaan exploiteeren, daar tegen met groote gestrengheid zou worden opgetreden. Tenslotte heeft zich nog een kwestie voorgedaan betreffende de interpretatie van dat gedeelte van het Overgangsbesluit, waarbij het verboden is om zonder toestemming van het Hoofdbestuur zaken van leden over te nemen. Het lid, dat deze kwestie opgeworpen had, heeft zelfs in kort geding een rechterlijke uitspraak uitgelokt. Het Hoofdbestuur had n.1. iemand, die vroeger in Duitschland een filmverhuurbedrijf had en dit naar Nederland wilde overbren gen, geweigerd tot het lidmaatschap toe te laten, en dezen evenmin toe te staan, dat hij een bestaande zaak overnam, op grond van het bepaalde sub B van het Overgangsbesluit. Een lid-filmverhuurder, welks onderneming de laatste jaren na genoeg niet meer actief was opgetreden, bleek toen films aan de markt te brengen, die door voornoemden buitenlander waren ge kocht. Een onderzoek wees bovendien uit, dat de over die films gesloten contracten voortzettingen waren van de contracten van genoemden buitenlander en dat de betalingen door dezen werden gedaan. Van oordeel zijnde, dat de exploitatie der bewuste films in wer kelijkheid niet was een voortzetting van het vroegere bedrijf van het lid in kwestie, maar een nieuwe, feitelijk door meergenoemden buitenlander gedreven zaak, waarin het lid slechts een onderge schikte rol speelde, heeft het Hoofdbestuur aan het lid medegedeeld, dat het de exploitatie van de firma in kwestie zou beschouwen als een overtreding van het Overgangsbesluit en te dier zake tegen dit lid de maatregelen zou nemen, die volgens de Statuten zouden kunnen worden toegepast. Het betreffende lid kon zich hiermede niet vereenigen, en was van meening, dat zijn zaak dezelfde was als voorheen, ongeacht wie daaraan interne medewerking verleende. Het wendde zich tot 32

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1937 | | pagina 32