belang der gemeente te zijn dit percentage te verlagen." De min
dere opbrengst tengevolge der voorgestelde verlaging werd door
B. en W. geraamd op hoogstens 10.000.
Reeds op Dinsdag, 26 October, heeft de Raad van Maastricht
overeenkomstig het voorstel van B. en W. besloten.
Al met al is er, gezien de gehandhaafde differentiatie en de om
standigheid, dat het percentage nog altijd 20 9 is. geen reden tot
juichen. Het zou echter wel zeer onvriendelijk zijn van onzen kant
te dezer plaatse niet met waardeering gewag te maken van dit
besluit van den Gemeenteraad van Maastricht.
De Raad van de Gemeente Simpelveld besloot aan het
begin van dit jaar het percentage der vermakelijkheidsbelasting te
verhoogen van 20 op 25 en het daarvoor geldend minimum te
verhoogen van 7.50 op 10.—. Bovendien werd het besluit geno
men de vermakelijkheidsbelasting op hooge feestdagen, zooals
Allerheiligen, Kerstmis en Paschen te verhoogen tot 50 Hier
was derhalve geen sprake meer van een belastingheffing, hoe ab
normaal en ongemotiveerd dan ook, maar van een poging om het
bioscoopbedrijf in Simpelveld onmogelijk te maken.
Het Hoofdbestuur heeft zich in deze aangelegenheid aanstonds
tot den Minister van Binnenlandsche Zaken gewend en Zijne
Excellentie niet alleen aangetoond, dat de belastingverhooging on
mogelijk door de bioscoopexploitatie ter plaatse kon worden opge
bracht, maar zich er bovendien op beroepen, dat het genomen
Raadsbesluit in strijd met de Bioscoopwet moet worden geacht.
Aan Zijne Excellentie werd verzocht aan de gewijzigde verorde
ning te Simpelveld zijn goedkeuring te willen onthouden. De Minis
ter heeft daarop de betreffende verordening aan Burgemeester en
Wethouders van Simpelveld teruggezonden, omdat Zijne Excel
lentie bezwaar had tegen het heffingspercentage. Wel ging het
Departement accoord met de verhooging van het geldend belasting-
minimum van 7.50 op 10.
Het Hoofdbestuur heeft zich hierover opnieuw met den Minister
in verbinding gesteld en Zijne Excellentie verzocht deze beslissing
alsnog te willen herzien in dezen zin, dat het minimum aan ver
makelijkheidsbelasting, dat voor bioscoopvoorstellingen te Simpel
veld moet worden betaald, geheel komt te vervallen. Hierbij heeft
het Hoofdbestuur zich er op beroepen, dat de recettes van een
bioscoop in een plaats als Simpelveld op werkdagen dikwijls zoo
gering zijn, dat een belasting-minimum van 10.— een zeer groot
percentage van de totale ontvangsten uitmaakt.
68