muziekauteursrecht heeft overgedragen aan Gema, naar Duitsch recht moet worden beoordeeld. Deze laatste beslissing is in strijd met de beslissing over de overeenkomstige acte in de zaak Tuschinski/Gema in het hiervoren bedoeld vonnis van de Rechtbank te Rotterdam, waarbij is uitge maakt, dat die acte naar Nederlandsch recht moet worden beoor deeld; desniettegenstaande komen beide rechtscolleges tot de eind conclusie, dat de ongeregistreerde datum dier acte door getuigen kan worden bewezen, de Rechtbank te 's-Gravenhage langs den weg van het Duitsche recht, onder erkenning, dat het Nederland- sche recht dusdanig bewijs niet toestaat, de Rechtbank te Rotterdam langs den weg van het Nederlandsche recht in de meening, dat dit recht dusdanig bewijs wel toelaat. Door Blom zijn aan den Hoogen Raad ter beoordeeling voorge legd zoowel de vraag, of een geluidsfilm een verzamelwerk is in den zin van de Nederlandsche Auteurswet en wat daarvan de con sequenties zijn met betrekking tot de vertooning door den maker en diens rechtverkrijgenden, als de vraag, of de datum der acte van overdracht op Gema voor getuigenbewijs vatbaar is; waarbij dus tevens de vraag ter sprake is gebracht, of op die acte Duitsch dan wel Nederlandsch recht van toepassing is. Een en ander is nader uiteengezet in het verslag over de in deze zaak plaats gevonden pleidooien voor den HoogenRaad, gepubli ceerd in het Officieel Orgaan. Mocht op een of meer der in deze voor den Hoogen Raad aan hangig gemaakte vragen geen principiëele uitspraak vallen, dan zal naar alle waarschijnlijkheid het nog van de Rechtbank te Rotterdam in de zaak Tuschinski/Gema te verwachten vonnis de mogelijkheid openen die punten zoodanig opnieuw bij den Hoogen Raad aan hangig te maken, dat er dan wel principiëele beslissingen op te verwachten zijn. 75

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1937 | | pagina 75