In Amsterdam bedroeg het aantal bioscoopbezoekers in het
afgeloopen verslagjaar 9.242.485. Dit beteekent een stijging met
1,2 ten opzichte van het jaar tevoren.
In den Haag bedroeg het aantal bezoekers 5.540.000, dit betee
kent een stijging met 8,1 ten opzichte van 1936.
In Rotterdam bedroeg het aantal bezoekers 5.311.203, of wel
een achteruitgang met 3,6%, in Utrecht 1.320.304, dit is een
stijging van 7,3
Vermeldenswaard is, dat in het vorig jaar het aantal bioscoop
bezoekers in de drie groote steden van ons land voor het eerst
de twintig millioen is overschreden.
Hoewel ons van de overige gemeenten in ons land nog geen
gegevens ten dienste staan, hebben wij gegronde reden aan te
nemen, dat ook hier het bioscoopbezoek zich handhaaft of een
langzame stijging vertoont, terwijl de ontvangsten daarentegen
gelijk blijven of slechter worden.
Zooals gezegd, heeft het Hoofdbestuur gedaan wat het kon om
de nadeelige gevolgen van dit veelzeggend verschijnsel voor de
leden zoo gering mogelijk te doen zijn.
Vandaar de controle op de vestiging van nieuwe zaken, het
reglementeerend optreden ten aanzien van de minimum entree
prijzen, de bescherming van de overige toegangsprijzen en zoovele
andere maatregelen.
De exploitanten zelf hebben zich allerminst achter deze maat
regelen verscholen.
Velen hebben gebouwd en verbouwd, hun zaken verfraaid en
zijn met hun technische outillage tot het laatste toe bij.
De importeurs en verhuurders brachten de beste films, welke
in de afgeloopen periode op de wereldmarkt zijn uitgekomen, en
meer dan ooit waren de films, die in de bioscopen liepen, aan een
scherpe selectie onderworpen.
Het bedrijf is in alle opzichten bij als geen ander.
Ondanks dat zijn er moeilijkheden, heeft het Hoofdbestuur ook
in het afgeloopen jaar zijn toevlucht moeten nemen tot saneering
van eenige zaken en moest met bezorgdheid worden geconstateerd,
dat de rentabiliteitspositie van het bedrijf zich minder gunstig laat
aanzien.
De kern der moeilijkheden
Hoe langer hoe meer blijkt hieruit, dat de kern der moeilijkheden
op een ander terrein ligt, n.1, op dat der fiscale lastenkwestie.
7