het Hoofdbestuur aan de leden van den Bond had uitgevaardigd. Deze waarschuwing is niet eerder opgeheven, dan nadat de Engel- sche firma haar verplichtingen tegenover de Nederlandsche studio had gehonoreerd. Het Hoofdbestuur hebben eenige malen klachten bereikt van buitenlandsche film-verkoopers, dat de Nederlandsche koopers met de betaling der gecontracteerde bedragen in gebreke waren gebleven. Het Hoofdbestuur is er tot dusver steeds in geslaagd betaling van die bedragen te verkrijgen. Er heeft zich ook een kwestie voorgedaan tusschen den Bond zelf en een Fransche maatschappij betreffende de storting van een waarborg door een vroeger lid van den Bond. De Fransche maat schappij beweert den waarborg voor haar rekening ten name van ons lid te hebben gedeponeerd en dat derhalve deze waarborg haar eigendom is. Toen de Bond niet bereid bleek den gedeponeerden waarborg aan de buitenlandsche onderneming uit te keeren, is deze laatste een procedure contra den Bond begonnen, welke thans loopt. Sommige leden schijnen in de veronderstelling te verkeeren, dat zij voor elke moeilijkheid, die zich maar in het zakenverkeer voor doet, de interventie van het Hoofdbestuur kunnen inroepen. Zoo heeft men eenige malen voor kwesties van zuiver zakelijken aard de bescherming van het Hoofdbestuur gevraagd, dat zich echter op het standpunt stelt, dat het slechts bemiddelend kan optreden, indien blijkt, dat een der betrokkenen kennelijk te kwader trouw is. Een der leden, die zich met de vervaardiging van filmtitels bezig houdt, heeft de interventie van het Hoofdbestuur ingeroepen tegen een buitenlander, die in Nederland wilde gaan werken met een apparaat voor de vervaardiging van filmtitels, waardoor inbreuk zou worden gemaakt op een patent van het betreffende lid. Het Hoofdbestuur heeft te dezer zake geen beslissing genomen, doch er de voorkeur aan gegeven de beslissing af te wachten van de Afdeeling van Beroep van den Octrooiraad, bij wien deze zaak aan hangig was. Wel is het Hoofdbestuur erin geslaagd een minnelijke oplossing te vinden voor een reeds jarenlang bestaand geschil tusschen een Nederlandschen filmfabrikant en een buitenlandschen patent houder inzake titelvervaardiging. De Nederlandsche filmfabri kant, die indertijd het patent voor een groot bedrag had gekocht, en daarvoor groote kosten had gemaakt, beklaagde zich er over, dat er met dit patent niet te werken zou zijn. Er is echter een 84

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1937 | | pagina 84