Contact met de afdeelingen De verstandhouding tusschen het Hoofdbestuur en den Afdee- lingsraad als ook de besturen van de onderscheidene Afdeelingen van den Bond was in het afgeloopen jaar onverdeeld goed te noemen. Het Hoofdbestuur heeft zich zooals te doen gebruikelijk regelmatig met betrekking tot de verschillende organisatorische en bedrijfsaangelegenheden door de Besturen der Afdeelingen en meer in het bijzonder door het centraal orgaan dezer Afdeelingen, den Afdeelingsraad, laten voorlichten. De besprekingen, welke als gevolg hiervan zijn gevoerd, zijn talrijker dan ooit geweest. Bij de voorbereiding van belangrijke voorstellen aan de ledenvergadering is het nut van een instantie als den Afdeelingsraad wel ondubbel zinnig komen vast te staan. De Afdeelingsraad heeft vele malen nuttige adviezen kunnen geven en het contact tusschen Hoofdbe stuur en leden is daardoor niet weinig bevorderd. Met betrekking tot eenige voorstellen, door het Hoofdbestuur in de Algemeene Ledenvergadering aan de orde gesteld, was het initiatief zelfs uit gegaan van den Afdeelingsraad, terwijl in andere gevallen, wij denken hier aan het omvangrijke werk, dat is moeten worden verzet in verband met de voorbereiding van de Statuten en Regle menten, het overleg met den Afdeelingsraad, evenals trouwens met het Bestuur der Bedrijfsafdeling Filmverhuurders, de vlotheid en de soepelheid van de behandeling van deze belangrijke materie in de ledenvergadering krachtig bevorderd heeft. Was er het vorig jaar nog twijfel over de vraag, of het Instituut Afdeelingsraad wel functionneerde op de wijze, zooals men zich dit bij de oprichting ervan had voorgesteld, deze twijfel is door de ervaringen, in het afgeloopen jaar opgedaan, volledig weggenomen. Dit is zeker ook te danken aan de tactvolle wijze, waarop het Bestuur van den Raad zich van zijn taak gekweten heeft. De Afdeelingsraad was in 1937 sedert de Jaarvergadering als volgt samengesteld: S. J. Kinsbergen, Den Haag, Voorzitter; R. Uges Jr., Rotterdam, Vice-Voorzitter; A. H. Boekraad, Eindhoven, Secretaris; W. K. G. van Royen, Amsterdam, Penningmeester; Jos. van Bommel, Delft; E. Ehrlich, Rotterdam; G. M. Th. Gielisse, Den Haag; A. Jansen, Deventer; André de Jong, Rotterdam; A. P. du Mée, Amsterdam; G. J. Milius, Hoogezand; W. P. Peters, Venlo; D. Pinto, Zwolle; E. Prager, Haarlem; J. P. Rust, Groningen; A. J. Ch. Silvius, Dor drecht; P. van Twisk, Den Helder. 92

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1937 | | pagina 92