Dat de reëele hoeveelheid arbeid der Commissie van Geschillen
in 1938 vergeleken bij 1937 niet noemenswaardig is verminderd,
nu de ballast van betalings- en bij voorbaat ingetrokken geschillen
tot een minimum is teruggebracht, blijkt hieruit, dat het aantal
zittingen slechts weinig is gedaald. (1938 32, 1937 38, 1936
37). Immers is de hoeveelheid geschillen van ernstig karakter
ongeveer gelijk gebleven.
Van de 105 geschillen werden er aanhangig gemaakt: 52 door
leden-filmverhuurders contra leden-exploitanten; 22 door leden
exploitanten contra leden-filmverhuurders; 4 door donateurs contra
leden-exploitanten; 3 door leden-filmverhuurders contra buitenlan
ders; 2 door leden-filmverhuurders contra donateurs; 2 door
donateurs contra leden-filmverhuurders; 2 door leden-filmverhuur
ders contra niet-leden; 1 door een lid-filmproducent contra een lid-
exploitant; 1 door een lid-filmverhuurder contra een lid-filmfabri-
kant; 1 door een lid-filmfabrikant contra een lid-filmverhuurder;
1 door een lid-exploitant contra een lid-filmfabrikant; 1 door een
lid-exploitant contra een niet-lid; 1 door een niet-lid in combinatie
met een lid-filmverhuurder contra een lid-exploitant; terwijl er
voorts waren: 5 geschillen tusschen leden-filmverhuurders onder
ling; 5 geschillen tusschen leden-exploitanten onderling; 2 geschillen
tusschen leden-filmfabrikanten onderling.
Een van de moeilijkste geschillen, waarin de Commissie uitspraak
had te doen, betrof een kwestie tusschen twee leden-filmfabrikan
ten, waarbij het ging om de vraag, of een door de gedaagde partij
toegepaste werkwijze voor het vervaardigen van filmtitels al dan
niet inbreuk maakte op een bepaald octrooi, waarvan de rechten
in handen waren van de eischende partij.
Hoewel deze zaak aanvankelijk eenvoudig was opgezet, groeide
zij gedurende de behandeling meer en meer aan, doordat beide par
tijen steeds weer nieuwe argumenten en feiten in het geding
brachten.
De Commissie won te dezer zake het advies in van verschillende
deskundigen, met het resultaat, dat de ingestelde vordering werd
ontzegd.
Een ongewoon karakter droeg een geschil, dat werd aanhangig
gemaakt door een lid-filmimporteur contra een lid-filmverhuurder,
waarbij betaling werd geëischt van accepten, die door het lid-film
verhuurder aan een buitenlandschen filmfabrikant waren afgegeven.
100