dat het lid-exploitant hem opzettelijk in den waan had gebracht, dat de vordering door den zaalhouder moest worden betaald. Bij de behandeling van dit geschil stuitte de Commissie op de moeilijkheid, dat de administratie en de boekhouding van den dona teur zoo gebrekkig waren ingericht, dat zij geen volledig beeld kon krijgen van de leveringen en de daarop gedane betalingen. Vast kwam echter te staan, dat het lid-exploitant er van op de hoogte was, dat de donateur den zaalhouder gedagvaard had om betaling van zijn vordering te verkrijgen en dat hij (de exploitant) zijn plicht verzaakt had, toen hij verzuimde aan den donateur te berich ten, dat niet de zaalhouder, maar hij zelf het bedrag te betalen had. Op deze gronden werd de vordering tot terugbetaling van de pi oceskosten geheel, en die van het aanvankelijk gevorderd bedrag ten deele toegewezen. Een omvangrijk geschil was gerezen tusschen een maatschappij, die in Amsterdam en Rotterdam verschillende bioscooptheaters exploiteert en een andere maatschappij, die zich speciaal bezig houdt met de exploitatie van journaaltheaters. Tusschen de rechts voorgangster van eerstgenoemde maatschappij en de andere partij was destijds een contract aangegaan, waarbij de huur van een der Rotterdamsche bioscopen aan de directie van de journaaltheaters werd overgedragen tegen een bepaalde vergoeding, waarvan een gedeelte onmiddellijk werd betaald en een ander gedeelte verschul digd zou zijn, in geval de andere partij in twee met name genoemde straten te Amsterdam een journaaltheater zou openen. Dit laatste gebeurde ook, waarop het eerder genoemde bioscoop-concern van de directie der journaaltheaters betaling eischte van het daarvoor contractueel vastgestelde bedrag. Deze laatste stelde zich echter op het standpunt, dat zij niets met het bioscoopconcern te maken had. aangezien zij het contract met een geheel andere maatschappij, die de betrokken theaters vroeger exploiteerde, was aangegaan. Het is niet mogelijk in dit bestek zelfs maar een overzicht te geven van alle détails van dit belangrijke geschil, waarbij betaling van een bedrag van eenige tienduizenden guldens werd gevorderd. Zij slechts vermeld, dat de Commissie van Geschillen o.a. op grond van de overweging, dat het nieuwe concern in zijn nieuwe juridi sche gedaante uit het eerder bedoelde contract tegenover de directie der journaaltheaters dezelfde rechten en verplichtingen geacht moest worden te hebben als in zijn vroegere gedaante, de vordering heeft toegewezen. 103

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1938 | | pagina 104