zitter; E. de Koop Azn. te Amsterdam, tot plaatsvervangend Voor zitter; tot leden-exploitanten de heeren I. Cohen Barnstijn te Utrecht W. P. Peters te Venlo, M. P. M. Vermin te Maastricht en S. Zondervan te Leeuwarden; tot leden-filmverhuurders de heeren L. Groen, R. Minden, alsmede de heeren J. S. Croeze en J. L. Paerl (in plaats van de heeren Ch. van Biene en P. R. van Duinen), allen te Amsterdam. Na de loting, welke op 16 Mei (en overstaan van het Hoofd bestuur heeft plaats gehad, zijn de Kamers als volgt samenge steld: Eerste Kamer: de heeren L. Groen, R. Minden, W P. Peters en M. P. M. Vermin. Tweede Kamer: de heeren I. Cohen Barnstijn, J. S. Croe ze, J. L. Paerl en S. Zondervan. In totaal heeft de Raad elf zittingen gehouden tegen vier in 1937. Zeven zittingen stonder onder leiding van den heer W. Mul lens en vier onder die van den Bondsdirecteur, den heer A. de Hoop, die wegens ontstentenis van den heer E. de Hoop Azn., als plaatsvervangend Voorzitter fungeerde, na daartoe door den Raad benoemd te zijn. Deze benoeming hield verband met het feit, dat de Voorzitter in de voor den Raad aanhangig gemaakte zaak partij was. In genoemde vier zittingen trad als Plaatsvervan gend Secretaris op de heer J. G. J. Bosman, assistent van den. Bondsdirecteur. In genoemde elf zittingen werden twaalf beroepzaken behandeld tegen vijftien in het vorig jaar. Hieruit moge blijken, dat een aantal zaken in behandeling is geweest van meer dan gewonen omvang. Van de twaalf beroepzaken zijn er acht door de Eerste Kamer en vier door de Tweede Kamer behandeld. In acht zaken werd de uitspraak van de Commissie van Geschillen bevestigd en in drie vernietigd, in één zaak was aan het eind van het jaar nog geen uitspraak gevallen. De eerste beroepzaak, waarin de Raad (Eerste Kamer) de uit spraak van de Commissie van Geschillen vernietigde, betrof een geschil tusschen een verhuurder en een exploitant. Naar de mee- ning van den Raad had de Commissie van Geschillen in dit geval ten onrechte als haar meening te kennen gegeven, dat de exploitant, die tegen het vonnis in beroep was gekomen, slechts 108

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1938 | | pagina 109