brengen van teksten in principe inbreuk had gepleegd op het octrooi
van de appelleerende partij, zulks in tegenstelling met hetgeen de
Commissie van Geschillen naar de meening van den Raad ten
onrechte had aangenomen. Tevens concludeerde de Raad, dat
de Commissie ten onrechte had aangenomen, dat de film, die vol
gens het door de gedaagde partij (geïntimeerde) toegepaste systeem
bewerkt was, géén inbreuk zou maken op het octrooi van appellant:
dat dus eerstgenoemde partij, zoolang aan haar geen licentie was
verleend, op dit octrooi wel degelijk inbreuk maakte. Aangezien de
Raad echter vaststelde, dat de werkwijze van geïntimeerde in prac-
tisch opzicht sterk afweek van de geoctrooieerde methode, achtte
hij het billijk, dat ook anderen dan de octrooihoudster, zulks geheel
in den geest van de wet, zouden profiteeren van de eventueele
voordeelen der nieuwe vinding, als hoedanig de werkwijze van
geïntimeerde ten deele moest worden beschouwd, en dus een moge
lijkheid werd geschapen om deze dienstbaar te maken aan het
bedrijf, zij het, dat het recht op het geoctrooieerde systeem geheel
aan appellante, als houdster van het octrooi, moest worden voor
behouden.
Om deze mogelijkheid te kunnen verwerkelijken heeft de Raad
aan den filmfabrikant, die houder was van bedoeld octrooi, de ver
plichting opgelegd, om, indien geïntimeerde daarom zou verzoeken,
haar voor de door haar toegepaste werkwijze licentie te verleenen.
op de wijze als omtrent dwanglicenties in de Octrooiwet is voor
zien. Een en ander met dezen verstande, dat, indien partijen om
trent het bedrag der door geïntimeerde te betalen vergoeding niet
tot overeenstemming zouden kunn enkomen, de vergoeding op vor
dering van de meest gereede partij door den Raad van Beroep van
den Bond zou worden bepaald, tegenover welke licentie-verleening
de appelleerende partij dan het recht zou krijgen het systeem van
geïntimeerde vrijelijk in toepassing te brengen. De appelleerende
partij zag zich dan ook in haar vorderingen ontzegd, terwijl het.
vonnis van de Commissie niet in stand kon blijven.
Gemengde arbitrage
Ingevolge besluit van de Ledenvergadering van den Bond van
12 December is tusschen den Nederlandschen Bioscoop-Bond en
de Nederlandsche Vereeniging van BioscoopreclameExploitanten
een overeenkomst aangegaan, op grond waarvan de geschillen
110