Buma-repertoire, aan den maker van die films is overgedragen, mitsdien het uitvoeren van bij die films behoorende muziek tegen over eischeres niet onrechtmatig kan worden geacht; dat eischeres dus niet kon volstaan met geheel algemeen te stellen dat de componisten hunne rechten op uitvoeringsauteursrecht in Nederland ter verdediging en exploitatie aan haar hebben toever trouwd doch zij in de dagvaarding de bepaalde bij bepaalde geluids films behoorende muziekwerken, welker uitvoering zij aan ge daagde verwijt, had moeten noemen; Overwegende dat eischeres bij de mondelinge toelichting wel twee inbreuken door gedaagde op het Buma-repertoire gepleegd heeft genoemd, namelijk de geluidsfilm ,,Fire over England", waar bij muziek is ten gehoore gebracht van een Engelschen componist ter verdediging van wiens uitvoeringsauteursrecht eischeres gerech tigd is op te treden en de geluidsfilm Paljas" met bijbehoorende muziek van den componist Léon-Cavallo, ten aanzien van welke film eene Fransche firma bij de overdracht van hare rechten het uitvoeringsauteursrecht heeft uitgesloten; dat echter deze twee gevallen, trouwens door eischeres slechts genoemd teneinde de volgens haar dreigende aantasting van haar repertoire bij het vertoonen van geluidsfilms te illustreeren, het vorenbedoeld gemis in de dagvaarding niet kunnen goedmaken, terwijl overigens volgens eischeres die films slechts zijn opgevoerd in het City Theater te Amsterdam, dus slechts in één van de vijf in de dagvaarding genoemde als door gedaagde geëxploiteerd wor dende bioscooptheaters; Overwegende dat in verband met het voorgaande Ons ook de vorenbedoelde gevolgtrekking door eischeres in het lichaam van de dagvaarding gemaakt en herhaald aan het slot van het petitum waar staat ,,en waarvoor dus toestemming van eischeres noodig is", als niet voldoende aannemelijk gemaakt ongeoorloofd voorkomt; Overwegende dat mitsdien de door beide partijen gehouden inder daad belangwekkende beschouwingen over de tot dusver over be paalde geluidsfilms gevoerde processen kunnen blijven rusten en de vorderingen behooren te worden afgewezen; Rechtdoende in kort geding: Wijzen de vorderingen af; Veroordeelen eischeres in de kosten van het geding aan zijde van gedaagde tot op deze uitspraak begroot op tachtig gulden (ƒ80.-). Aldus gewezen door Ons Mr. A. S. Rueb, President van de 121

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1938 | | pagina 120