het sub 1 genoemde rechterlijk bevel wordt overtreden, aan eischeres te betalen een dwangsom van 10.000.een en ander met ver oordeeling van gedaagde in de kosten van dit geding; Overwegende, dat de gedaagde op verschillende gronden zoowel onze bevoegdheid om van deze zaak kennis te nemen als de toewijs- baarheid der vordering heeft betwist en heeft geconcludeerd tot niet ontvankelijkheidverklaring van eischeres in hare vordering althans tot ontzegging van de vordering, kosten rechtens; Overwegende, dat de zaak mondeling is toegelicht voor eischeres door Mr. J. Heintz en voor gedaagde door Mr. Ch. J. F. Karsten, beiden advocaat te Amsterdam; In rechte: Overwegende, dat gedaagde Ons onbevoegd acht om van deze zaak kennis te nemen, omdat hier geen noodtoestand zoude bestaan, doch ten onrechte; Overwegende immers, dat onbetwist is, dat niet alleen gedaagde, maar alle exploitanten van bioscopen in Nederland sedert 1934 geen uitvoeringsrechten krachtens de auteurswet betalen aan eischeres voor door hen opgevoerde geluidsfilmen, waarbij muziek werken worden ten gehoore gebracht, die zijn opgenomen in het repertoire van eischeres; Overwegende dat, indien eischeres inderdaad, zooals zij beweert, aanspraak kan maken op deze uitvoeringsrechten, zij alleszins be lang heeft, dat aan het op deze wijze voortzetten van uitvoeringen van geluidsfilmen door Ons verbod een einde wordt gemaakt; Overwegende, dat gedaagde eveneens ten onrechte beweert dat Wij, door deze vordering toe te wijzen, een beslissing ten principale zouden geven, daar hetgeen eischeres vordert slechts een voorloo- pige voorziening is, waardoor de rechten van partijen ten aanzien van de hoofdzaak onverlet worden gesloten; Overwegende, dat het tusschen partijen bestaande hoofdgeschil loopt over de vraag of eischeres (en andere gelijksoortige vereeni- gingen voor muziek-auteursrecht) van bioscoopondernemingen, die het recht hebben verkregen geluidsfilmen op te voeren, uitvoerings rechten krachtens de auteurswet kan heffen, wanneer bij die ge luidsfilmen muziek wordt ten gehoore gebracht, waarvan de com ponist aan de vereeniging voor muziek-auteursrecht de hem krach tens de auteurswet toebehoorende rechten heeft overgedragen, en wanneer deze muziekwerken zijn opgenomen in het repertoire van de vereeniging; 126

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1938 | | pagina 125