of personen, voor wier daden gedaagde aansprakelijk is, in ieder geval deze installatie of installaties staan onder de heerschappij van gedaagde en deze het in haar macht heeft te beletten, dat bij het hiermede ten gehoore brengen van muziek eens anders rechten worden gekrenkt; dat gedaagde haar bovenomschreven rechtsplicht echter ver waarloost en daarbij klaarblijkelijk handelt in opdracht van den Nederlandschen Bioscoopbond, die aan al zijn leden heeft ver boden met eischeres in contractueele relatie te treden voor het verkrijgen van toestemming tot het in het openbaar ten gehoore brengen van door eischeres beschermde muziekwerken bij de ver tooning van geluidsfilms; dat alhoewel gedaagde daarvoor geen toestemming bezat in het door haar geëxploiteerd wordende „City Theater" voor noemd tijdens de voorstellingen van 8 tot en met 13 Juli 1938 bij de vertooning van de geluidsfilm „Om de heerschappij der Zee" (oorspronkelijke titel „Fire over England"), die in die film op genomen muziek van den Engelschen componist Richard Addin- sell, welke muziek behoort tot het bovenomschreven repertoire van eischeres, in het openbaar is uitgevoerd. dat deze onrechtmatige gedragingen van gedaagde doen ver wachten, dat zij ook in de toekomst zich om de uitvoerings auteursrechten, waarover eischeres ten aanzien van vele geluids films beschikt, niet zal bekommeren; dat er op grond van een- en ander een ernstige dreiging be staat, dat ook in de toekomst gedaagde eischeres' voormelde rech ten zal verwaarloozen, niet alleen in bovengenoemd „City Thea ter" maar ook in de twee andere door haar geëxploiteerd wordende theaters hierboven genoemd, temeer daar gedaagde de bovenver melde opdracht van den Nederlandschen bioscoopbond onvoor waardelijk heeft na te volgen en ook navolgt; dat in verband hiermede eischeres, teneinde in haar rechten te worden beschermd, zich tot den Rechter kan wenden opdat die dreigende aantasting van eischeres' repertoire door een rechterlijk bevel worde afgewend; dat eischeres bij het verkrijgen van een dergelijk bevel ook groot belang heeft o.m. omdat zij haar bedrijf alleen dan behoorlijk kan uitoefenen als bij het in het openbaar ten gehoore brengen van muziek, waarvan de uitvoeringsauteursrechten aan eischeres ter verdediging en exploitatie zijn toevertrouwd, deze rechten volko men worden gerespecteerd; Op welke gronden eischeres heeft geconcludeerd, dat het der Rechtbank moge behagen bij vonnis, wat betreft de hieronder sub 130

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1938 | | pagina 129