dat immers Jogchems thans niet in staat is te beoordeelen, of uit hoofde van het gepretendeerd muziekautedsrecht Buma eenig recht en zoo ja, welk recht kan doen gelden; Overwegende, dat dat middel echter, naar het oordeel der Recht bank, ongegrond is; dat Buma toch heeft kunnen volstaan met, zooals zij bij dagvaar ding heeft gedaan, te stellen dat zij als Bureau voor muziek-auteurs- recht auteursrechten kan doen gelden met betrekking tot de door den Engelschen componist Richard Addinsell gecomponeerde mu ziek, behoorende bij de geluidsfilm „Om de heerschappij der Zee" (oorspronkelijke titel: „Fire over England"); dat Buma den. in geval van betwisting door Jogchems, de nadere gronden zal hebben aan te voeren en zoo noodig te bewijzen waarop zij haar beweerd recht doet steunen; Overwegende, dat Buma, ten einde aan laatstgenoemde verplich ting te voldoen, in het geding heeft gebracht een acte door de betrokken d.d. 1 December 1937 te Londen onderteekend, uit welk stuk blijkt, dat aan Buma daarbij het recht verleend wordt in Neder land op te treden ter verdediging van het uitvoeringsauteursrecht van genoemden componist met betrekking tot de door dezen gecom poneerde muziek in bovengenoemde film; Overwegende, dat deze acte door Jogchems niet wordt betwist, zoodat mitsdien uitsluitend overblijft te onderzoeken, of aan den componist Addinsell inderdaad het recht toekwam, hetwelk Buma in dit geding ten zijnen behoeve in Nederland stelt te willen hand haven en geldend maken; Overwegende, dat deze vraag zal moeten worden beantwoord naar Nederlandsch Recht; Overwegende, dat ten processe vast staat, dat Addinsell is de componist van de muziek, opgenomen in de hierboven genoemde geluidsfilm, zoodat krachtens art. 1 der Auteurswet in beginsel aan Addinsell, als de maker van die muziek, het auteursrecht daarop toekomt; Overwegende, dat nu wel in het geding is een contract d.d. 11 Augustus 1936 dus van vroegeren datum dan de evenge- noemde acte gesloten tusschen de Pendennis Pictures Corpo ration Ltd. (de filmproducer) en Addinsell, in welk contract onder meer sprake is van overdracht van auteursrecht door Addinsell aan Pendennis; dat dergelijke overdracht naar Nederlandsch Recht' echter niet geldig is; dat immers van auteursrecht op eenig werk van letter- 137

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1938 | | pagina 136