Bedrijfsafdeeling Filmverhuurders JAARVERSLAG OVER 1938 Voor de eerste maal sedert het bestaan van onze Afdeeling rust op mij de taak U verslag uit te brengen over de verrichtingen onzer Afdeeling gedurende het afgeloopen jaar. Hoewel ik eerst kort geleden door U tot Secretaris werd be noemd, hoop ik toch de plichten, welke aan deze functie zijn ver bonden, en waarvan het uitbrengen van een jaarverslag er een is, naar behooren te kunnen vervullen, temeer daar ik gedurende het geheele jaar 1938 het voorrecht had deel van het Bestuur uit te maken, zij het dan in een andere functie. Ik beschouw de taak, welke ik thans heb te vervullen, als een zeer aangename. En bij een overpeinzing van de plaatsgevonden gebeurtenissen, komt onwillekeurig in mijn gedachten,hoeveel over eenkomst er feitelijk bestaat tusschen een film en het onrustige 1938. Evenmin als men bij het zien van een film (van een „onafhan- kelijken" of ,,afhankelijken" filmverhuurder) bij den eersten meter weet hoe de inhoud zich verder zal ontwikkelen en of er een ..happy end" aan zit, evenmin hebben wij in het begin van het jaar 1938 kunnen vermoeden, welke groote gebeurtenissen de wereld in rep en roer zouden brengen. Hoewel het in onze Afdeeling niet de bedoeling is om aan politiek te doen, meen ik toch de volgende feiten aan de vergetelheid te moeten ontrukken en wel voornamelijk, omdat deze gebeurtenissen haar invloed op het bedrijf hebben doen gelden. In de eerste plaats wil ik dan memoreeren, dat de internationale verwikkelingen niet zonder invloed zijn gebleven op de buiten- landsche filmproductie en op den import van films in Nederland. Vervolgens wensch ik nog in herinnering te brengen de spannen de Septemberdagen, toen de wereld feitelijk aan den rand van den afgrond stond. Ware op dat tijdstip een oorlog uitgebroken, onge twijfeld had dit dan tengevolge gehad, dat verschillende van onze leden zeer ernstig gedupeerd zouden zijn geweest. Het is in ons 159

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1938 | | pagina 156