der Statuten toegepast, zij het artikel 17a, dat de straf van waar schuwing inhoudt. Dit lid had n.1. bij de transactie met het niet-lid geen winstoogmerk gehad, doch integendeel het risico voor de betalingen aan het lid-filmverhuurder op zich genomen, ten einde den buitenstaander, die in groote moeilijkheden verkeerde, te helpen. Een en ander werd door het Hoofdbestuur als een verzachtende omstandigheid aangemerkt. In het algemeen genomen heeft de toepassing van het Overgangs- besluit overigens in het afgeloopen jaar geen noemenswaardige moeilijkheden met zich gebracht. Slechts twee keeren heeft zij het beleid van het Hoofdbestuur eenigermate op de proef gesteld. Den eersten keer betrof het een geval van filmproductie en den tweeden keer de overneming van een filmstudio, annex filmproductie, film fabriek en verhuurkantoor. Met de hierop betrekking hebbende beslissingen zijn wij het hoofdstuk Nederlandsche filmproductie zoo dicht genaderd, dat het ons juister lijkt ze daaronder te rubriceeren. NEDERLANDSCHE FILMINDUSTRIE Met groote ingenomenheid was door het Nederlandsche film en bioscoopbedrijf en ook door velen daarbuiten vernomen, dat zich in verband met de viering van het veertigjarig regeeringsjubileum van Hare Majesteit de Koningin een comité had gevormd, dat zich ten doel stelde een nationale film te doen vervaardigen, welke een overzichtelijk beeld zou geven van den vooruitgang van ons land en zijn overzeesche gewesten in de afgeloopen veertig jaar. Het vervulde ons met trots, dat de film op deze wijze zou zijn voorbestemd om in het nationale eerbetoon bij gelegenheid van het regeeringsjubileum onzer Koningin in het voorste gelid te staan, dat de film, dank zij het initiatief van vooraanstaande figuren in den lande het culminatiepunt zou worden van de wijze van jubileum viering en voor het eerst zelfs met gedeeltelijke medewerking der Regeering in een nationale viering ingeschakeld zou worden. Dit alles toch moest voor de ontwikkeling van de film in ons land en voor het prestige van het bedrijf van de grootste beteekenis worden geacht. Voor de jonge filmindustrie van ons land zou het een werk-object beteekenen van behoorlijken omvang, afgezien nog van de voordeden, verbonden aan de vervaardiging van een groot aantal copieën. Ten slotte mocht bij een succes althans niet worden onderschat 24

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1938 | | pagina 25