teerd, een overbelasting namelijk, als gevolg van de noodzakelijk geworden aanschaffing van nieuw materieel, zonder dat uitzicht bestaat, dit materieel rendabel te kunnen maken. Het is duidelijk, dat het Hoofdbestuur onder deze omstandig heden aan de Rijks-Commissie voor de Werkverruiming een nega tief advies moest uitbrengen, zij het, dat het zijn bereidheid te kennen gaf, zooveel mogelijk te bevorderen, dat. voorzoover daar aan geen nadeelen verbonden zouden zijn. filmcopieën in Neder land worden vervaardigd. Het Hoofdbestuur heeft zijn standpunt gemotiveerd in een uit voerig rapport, over welks inhoud vanwege zijn vertrouwelijk karakter hier geen nadere mededeelingen kunnen worden gedaan. MINIMUMPRIJZEN-REGLEMENT Voor het eerst hebben wij bij het afsluiten van 1938 een vol jaar geleefd onder de vigueur van het Minimum-Prijzen-Reglement. Voor het eerst valt er dus iets te zeggen van de werking van dit reglement, van de resultaten, de moeilijkheden en wellicht ook van de nadeelen. Laten wij, wat dit laatste betreft, aanstonds vaststellen, dat. in dien er nadeelen mochten zijn, deze slechts hierin bestaan, dat het reglement een kleine beperking heeft opgelegd aan de individueele vrijheid der leden om hun prijzen te bepalen en voorts hierin, dat de uitvoering van het reglement, waarbij niet te vergeten de con trole, aan diverse colleges veel werk heeft bezorgd. Daartegenover staan onschatbare voordeelen. Men behoeft slechts een vergelijking te maken tusschen de prijsbeweging in het afgeloopen jaar en die van het vorig jaar, om te kunnen vaststellen. dat dank zij het Minimum-Prijzen-Reglement de bedrijfsrust. dat wil zeggen, een zekere stabiliteit in dat gedeelte van de bioscoop exploitatie, dat de heffing van entreeprijzen tot basis heeft, is terug gekeerd. Bovenal echter verheugen wij ons in het resultaat, dat de daling van inkomsten in het bedrijf dit jaar tot stilstand is gebracht; zelfs valt voor het eerst na jaren een voorzichtig stijging van den ge middelden entreeprijs waar te nemen. Zooals we hebben gezien steeg de gemiddelde entreeprijs in Amsterdam van 44,82 op 44,98 cent, in Rotterdam van 42,5 op 43 cent, in 's-Gravenhage van 50 op 52 cent en in Utrecht van 52,7 op 54,8 cent. Beter bewijs van de noodzakelijkheid en de doelmatige function- 34

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1938 | | pagina 35