Van de zijde van de reizende bioscopen is voorts nog eenige malen de klacht vernomen, dat zij als gevolg van de haar door het Prijsbescherming-Reglement opgelegde verplichting, om behalve den minimumrang ten minste twee hoogere rangen te hebben, moei lijkheden ondervonden bij het geven van filmvoorstellingen in kleine gemeenten. Terecht mocht worden aangenomen, dat in kleine gemeenten, waar bijvoorbeeld geen permanente bioscoop gevestigd is, slechts zalen ter beschikking staan, waarvan de meubileering van dien aard is, dat het moeilijk valt, progressie in den entreeprijs aan te brengen. Op dien grond besloot het Hoofdbestuur tot een wijziging van artikel 3 van het Prijsbescherming-Reglement, waardoor de onthef fing van de verplichting betreffende rangen en progressie ook van toepassing wordt op voorstellingen eener reizende bioscoop in een zaal of ruimte met minder dan 300 zitplaatsen in gemeenten, waar geen permanente bioscoop gevestigd is. Als gevolg hiervan moest ook artikel 4.Cc. van het Minimum- Prijzen-Reglement, in zake het maximum aantal plaatsen, waarvoor minimumprijzen mogen gelden, worden gewijzigd. De ter zake door het Hoofdbestuur gedane voorstellen aan de Algemeene Vergadering werden op 2 Mei met algemeene stemmen goedgekeurd. In het algemeen genomen zouden wij wat de practijk van het Prijsbescherming-Reglement betreft willen opmerken, dat zij van eenige exploitanten, die als bonafide bekend staan, een offer heeft gevraagd. Wij meenen echter, dat de winst, door dit reglement over de geheele linie verkregen, met de gebrachte offers niet te duur is gekocht. Dit sluit geenszins uit, dat het Hoofdbestuur ook indivi- dueele belangen in het oog blijft houden en zoo noodig bij even- tueele wijziging, ongetwijfeld uit de practijk naar voren gekomen bezwaren opnieuw zal bezien. De verwachte wijzigingen, zoowel van dit reglement als van het Minimum-Prijzen-Reglement, zullen, zooals reeds in de Leden vergadering van 3 Januari is medegedeeld, als een gelegenheid te baat worden genomen om een coördinatie van Minimum-Prijzen- Reglement en Prijsbescherming-Reglement tot stand te brengen. Het ontstaan van ieder reglement afzonderlijk moge immers uit het verleden te verklaren zijn, de toepassing ervan heeft duidelijk den weg gewezen naar één reglement, dat het vraagstuk van de prijsbescherming, inclusief dus de regeling van den minimumprijs als één geheel behandelt. 42

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1938 | | pagina 43