met aandacht de ontwikkeling van de practijk met de nieuwe vin ding in het buitenland nauwlettend te volgen. Niet zonder voldoening heeft zij mogen constateeren, dat deze ontwikkeling volkomen bevestigt het standpunt, neergelegd in het rapport van deze Commissie aan het Hoofdbestuur, uitgebracht in December 1937, hierop neerkomende, dat de vervolmaking van het televisie-beeld en de proeven met groot doek wijzen in de richting van een vorm van amusement, welke in zijn toepassing en uitwer king, alsmede in de exploitatie en de eventueele middelen daartoe gebezigd, het gebied zal kruisen, dat thans door het film- en bioscoopbedrijf bestreken wordt. Dit rapport deed reeds uitkomen, dat ook in het thans bereikte stadium de televisie op de film haar onmiddellijkheid voorheeft, hetgeen met betrekking tot het brengen van actualiteiten van beteekenis moet worden geacht, aangezien het publiek de directe overbrenging van actualiteiten zoodanig zal apprecieeren, dat de technische tekortkomingen voorloopig gaarne op den koop toe zullen worden genomen. Ook voor wat het afgeloopen jaar betreft heeft de Commissie volkomen haar aanvankelijk oordeel kunnen handhaven, dat het voor het bedrijf van het grootste belang moet worden geacht, even tueel actief aan de practische toepassing van televisie deel te nemen, door er in principe toe mede te werken, dat films ter beschikking worden gesteld, en door te bereiken, dat eventueele voorstellingen (aanvankelijk proef-voorstellingen) worden gegeven in de biosco pen, hetzij zulks geschiedt in de lounges, halls, nevenzalen, of, in dien mogelijk, in de groote zalen van deze instellingen. Een en ander klemt te meer, omdat, de ontwikkeling gedurende 1938 in aanmerking genomen, veilig mag worden verwacht, dat in de naaste toekomst de televisie de massa niet zal bereiken via de huis kamer. De technische vooruitgang van de projectiemogelijkheden op groot doek is inmiddels van dien aard gebleken, dat niets de voor stellingen in de bioscopen zelf meer in den weg staat. De Com missie moest in het afgeloopen jaar eveneens haar oordeel hand haven, dat televisie slechts een technische aangelegenheid is, welke het bedrijf, inzonderheid het bioscoopbedrijf, zich vrijelijk moet kunnen assumeeren, terwille van den maatschappelijken vooruit gang en met het oog op de meest vitale belangen van het bedrijf zelf. Televisie mag volgens haar niet worden opgesloten in de be perkte ruimte van een of andere geconcessionneerde instelling, noch worden opgeofferd aan de eenzijdige opvattingen van be- 45

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1938 | | pagina 46