missie is ons gebleken, dat in het door deze Commissie geregistreerd
aantal opgenomen zijn alle smalfilms (boven 400 M.), bedrijfsfilms,
alsmede films, die in gewijzigde samenstelling opnieuw ter keuring
zijn aangeboden. Vandaar ook het verschil tusschen ons cijfer en
dat van de Commissie.
De bestudeering van het vraagstuk van den filmimport, dat in
1938 nog niet tot een resultaat leidde in dien zin, dat bepaalde
maatregelen werden genomen, heeft inmiddels aan het licht ge
bracht, dat voor de beoordeeling van den stand van zaken de tot
heden gepubliceerde gegevens niet als grondslag kunnen dienen.
In verband hiermede moeten wij ons onthouden van een bepaalde
conclusie.
De absolute sluiting van het filmverhuurbedrijf, waaronder ook
het importbedrij f, heeft men beschouwd als een van de maatregelen
om uitbreiding van den import tegen te gaan. Ongetwijfeld heeft
deze maatregel zijn verdiensten, doch hij kan, naar thans wel ge
bleken is, niet voldoende worden geacht.
Voor wat de groote geluidsfilms betreft, welke dit jaar zijn geïm
porteerd, is de verhouding in procenten uitgedrukt, voor de ver
schillende landen als volgt: Amerika 62,7 (62,5 Duitschland
15,6 (17,3 Engeland 4,1 (6,2 Frankrijk 11 (9
Hongarije 0,2 (0,2%), Nederland 3,3 (2,2%), Rusland
1.3%: (1,4.%).»)
INTERNATIONAAL CONTACT
De ongunstige ontwikkeling van den internationalen toestand in
aanmerking nemende, is men geneigd het hoofdstuk in' zake in
ternationale samenwerking voorloopig uit dit verslag te schrap
pen. Van deze samenwerking is tot heden immers niets terecht
gekomen en er is geen uitzicht, dat in dit opzicht vooralsnog iets
te bereiken zou zijn.
Deze gang van zaken is ontegenzeglijk schadelijk voor het
bedrijf. Het gemis aan samenwerking hebben wij reeds gevoeld
toen de smalfilmkwestie een oogenblik acuut werd; wij voelen het
48
Vorenstaande gegevens zijn ontleend aan het verslag over 1938 van de
Centrale Commissie. De tusschen haakjes geplaatste cijfers hebben betrekking
op 1937.