nog dagelijks bij de behandeling van het muziekauteursrechten-
probleem en het laat zich aanzien, dat, nu de televisie voor de deur
staat, opnieuw vele moeilijkheden zullen ontstaan, die bij een be
hoorlijke samenwerking tusschen het overigens zoo internationaal
georiënteerde film- en bioscoopbedrijf, nimmer kans zouden krijgen
zich te doen gelden.
Zooals in het vorige jaarverslag is vermeld, heeft in dat jaar
de Internationale Filmkamer den Nederlandschen Bioscoop-Bond
uitgenoodigd alsnog lid te worden van deze Kamer. Het Hoofd
bestuur heeft toen voor dit lidmaatschap bedankt, omdat de zetel
dezer organisatie niet gevestigd was in een land, waar de film
kunst vrij was en als zijn meening te kennen gegeven, dat een
internationale organisatie op filmgebied slechts dan vruchtdragend
werk kan verrichten, wanneer haar zetel gevestigd is in een land,
waar filmkunst en filmbedrijf zich onbelemmerd kunnen ont
plooien.
Inmiddels is de zetel van de Internationale Filmkamer verplaatst
naar Parijs en heeft de president dezer Kamer aan het begin van
het jaar een bezoek gebracht aan het Bondsbureau ten einde te
bewerkstelligen, dat de Nederlandsche Bioscoop-Bond zich bij de
Filmkamer zou aansluiten. Aangezien blijkens de mededeelingen
van den president vooraf vaststond, dat verschillende doeleinden,
waarnaar door Internationale Filmkamer allereerst behoort te
worden gestreefd, zooals bijvoorbeeld internationale arbitrage,
niet konden worden verwezenlijkt als gevolg van de politieke ge
steldheid in bepaalde landen, heeft het Hoofdbestuur gemeend
bij zijn oorspronkelijk besluit te moeten blijven, zoodat de Bond
niet tot de Kamer is toegetreden. Wèl heeft het besloten, zulks in
navolging van het Engelsche voorbeeld, om den Bond bij de ver
gaderingen van de Filmkamer door een waarnemer te doen ver
tegenwoordigen. Van dit besluit is aan de Filmkamer in Parijs
mededeeling gedaan. Zij hieraan nog toegevoegd, dat in het
afgeloopen jaar van Bondswege niemand bij de vergaderingen van
genoemde organisatie tegenwoordig is geweest. Voor het overige
moge hier met genoegen worden vermeld, dat er een geregeld
contact is tusschen het Bondsbureau en de bureaux van verschil
lende organisatie'S op het gebied van het film- en bioscoopbedrijf
in het buitenland.
49