in zijn Memorie van Antwoord aan de Tweede Kamer aangaande de voorgestelde verhooging der inkomsten-, dividend- en tantième belasting tot gedeeltelijke dekking van de defensie-uitgaven had medegedeeld, dat hij instelling overwoog van een nationaal defensiefonds. Aangezien er niet voldoende dekking voor de defensie-uitgaven zou zijn, werd een verhooging van het percen tage der omzetbelasting overwogen, eventueel aangevuld met een matige verhooging der personeele belasting. Deze mededeeling van den Minister verwekte in onze kringen begrijpelijkerwijze verontrusting. Men zag volkomen in. dat ver sterking onzer nationale weerbaarheid de Overheid voor een moei lijke taak stelde en de daarmede gepaard gaande uitgaven op de een of andere wijze zouden moeten worden verhaald, doch dit mocht geen beletsel zijn bestaande onbillijkheden weg te nemen. Integendeel, deze onbillijkheden zouden allerminst in aanmerking mogen komen om te dienen als basis voor nieuwe lasten op een reeds overbelast bedrijf. Het Hoofdbestuur heeft zich op 4 Mei schriftelijk met den Minister in verbinding gesteld, Zijne Excellentie er daarbij op wijzend, dat de Bond door het nemen van ingrijpende ordenings- maatregelen getracht heeft de positie van het bioscoopbedrijf te consolideeren. De uitkomsten, welke echter verkregen werden, leverden het bewijs, dat het bioscoopbedrijf niet bij machte was eenige verzwaring van lasten te dragen en dat integendeel een gunstigere rentabiliteitspositie slechts bereikt kon worden door ver mindering van de op het bedrijf drukkende lasten. De Minister antwoordde hierop, dat onze bezwaren zijn volle aandacht hadden, maar dat hij voor een bespreking geen tijd be schikbaar kon stellen. Intusschen zijn de plannen tot verhooging van de personeele belasting prijsgegeven en is hiervoor in de plaats gekomen een stel belastingmaatregelen, waarover in de Millioenennota op den der den Dinsdag van September door den Minister van Financiën aan de Volksvertegenwoordiging nadere mededeelingen zijn gedaan. Aan de eindelooze serie van heffingen, zooals vermakelijkheids- belasting, personeele belasting, invoerrechten op films, keurings- rechten op films, vergunningsrechten, zakelijke bedrijfsbelasting, precariorechten, sociale lasten, etc. etc, die op ons bedrijf wordt verhaald, zal ingevolge de in deze nota aangekondigde voorstellen thans een nieuwe serie worden toegevoegd in den vorm van een loon- en winstbelasting, die tezamen alle soorten opbrengsten tref- 69

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1938 | | pagina 70