De Gemeenteraad heeft echter op het verzoek van het Hoc^fd-
bestuur afwijzend beschikt. Weliswaar werd het minimumbedrag
aan belasting verlaagd van f 2.50 tot 0.50, doch deze verlaging
had voor het bedrijf ter plaatse geen beteekenis.
Ten slotte hebben Gedeputeerde Staten van de gemeente
Oosterhout geëischt de belasting op vermakelijkheden te ver-
hoogen. zulks in verband met de financieele positie dier gemeente.
Hoewel de bioscooponderneming ter plaatse zich over de ver-
hóoging, die vervolgens werd ingevoerd, ernstig heeft beklaagd en
het Hoofdbestuur zich ter zake tot den Minister heeft gewend, is
niet kunnen worden verhinderd, dat de verordening ten slotte ge
wijzigd is en het plaatselijk bioscoopbedrijf een maximaal percen
tage aan vermakelijkheidsbelasting zal hebben op te brengen.
Een gunstige uitzondering op hetgeen wij in den laatsten tijd
op het gebied van belasting hebben moeten ervaren, maakte de
gemeente Valkenswaard, waar in het afgeloopen jaar op
voorstel van B. en W. besloten werd de vermakelijkheidsbelasting.
welke daar 20 bedroeg, te verlagen tot 15
Starre houding van gemeentebesturen
Hoe star de gemeentelijke bestuurscolleges aan de ingevoerde
heffingen vasthouden, is wel gebleken bij gelegenheid van de
herdenking van het veertig jarig regeeringsjubileum van H.M. de
Koningin.
De besturen van de afdeelingen van groote gemeenten, zoowel
als vele exploitanten in diverse andere gemeenten, hebben bij deze
gelegenheid aan de respectievelijke colleges van B. en W. een
adres gezonden, waarin zij met het oog op de vertooningen van de
Nationale Film 1938, alsmede van eenige documentaire Oranje-
films, vrijstelling hebben gevraagd van vermakelijkheidsbelasting.
Het spontane besluit van vele bioscoopdirecties om haar pro
gramma's deel te doen uitmaken van de nationale herdenking,
bracht voor deze ondernemingen groot risico met zich en ver
zwaring van exploitatiekosten. Daarbij kwamen de vertooningen
zeer ten goede aan het nationale filmvoortbrengsel.
Door een tijdelijke vrijstelling zou derhalve de plaatselijke
Overheid een te waardeeren bijdrage hebben verleend tot het
welslagen van een nieuwe, ook door de Regeering bevorderde wijze
73