scheidene dagbladen met de bedoeling opnieuw slachtoffers te maken. Het Hoofdbestuur achtte de handelwijze van dit lid zoodanig in strijd met de algemeene belangen en de waardigheid van het film en bioscoopbedrijf, dat, temeer waar artikel 17 herhaalde malen op dit lid was moeten worden toegepast, het de straf van boycot, als bedoeld in artikel 17 der Statuten, ten opzichte van dezen exploitant uitvaardigde. In één geval is aan een lid-exploitant de straf van boete tot een bedrag van f 50.opgelegd, omdat dit door zijn wijze van annon ceering zich op ontoelaatbare wijze tegen de exploitatie van een collega ter plaatse keerde, waardoor het zich had schuldig gemaakt aan een manier van reclame-maken, welke de perken van wat in het zakenverkeer als toelaatbaar wordt beschouwd, verre te buiten gaat. Een ander lid-exploitant, dat in zijn annonces zoodanige afbeel dingen gebruikte, dat het publiek daardoor op een dwaalspoor werd gebracht, ontving de straf van waarschuwing. Eveneens is de straf van waarschuwing toegepast op een tweetal leden, welke verantwoordelijk moesten worden geacht, voor on juiste mededeelingen in de pers, mededeelingen, waarbij deze leden zich bovendien beleedigend tegenover bepaalde leden van den Bond haden uitgelaten. Dit optreden moest onverantwoordelijk worden geacht en schadelijk voor het welzijn en den goeden naam van den Bond, alsmede strijdig met de waardigheid van het bedrijf. Het Hoofdbestuur heeft volstaan met de straf van waarschuwing, in het vertrouwen, dat deze waarschuwing in de toekomst ter harte zal worden genomen. Een lid-filmverhuurder, dat een geboycot lid-exploitant in de gelegenheid had gesteld zich aan de gevolgen van het boycotbesluit te onttrekken, zag eveneens de straf van waarschuwing op zich toe gepast. Het Hoofdbestuur volstond met een milde straf, om dat in dit geval meer van nalatigheid, dan van opzet van het betrokken lid sprake was en dit lid ten slotte alles in het werk heeft gesteld om de gevolgen van zijn nalatigheid ongedaan te maken. Ten slotte is nog twee maal de straf van waarschuwing toegepast op grond van incidenten, welke in het Nederlandsche film- en bioscoopbedrijf gelukkig weinig voorkomen. 85

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1938 | | pagina 86