BIJLAGE B BUMA EISCHT TEN ONRECHTE, DAT HET IN HET OPENBAAR TEN GE- HOORE BRENGEN VAN DE MUZIEK, DEEL UITMAKEND VAN EEN GE LUIDSFILM, ZONDER ZIJN TOE STEMMING, ONRECHTMATIG IS. DE ARRONDISSEMENTS-RECHTBANK TE UTRECHT, Enkelvoudige Kamer, heeft het navolgende vonnis gewezen in de zaak van: de Rechtspersoonlijkheid bezittende Vereeniging „Het Bureau voor Muziekauteursrecht Buma", gevestigd te Amsterdam. eischeres op verkorten termijn bij exploit van dagvaarding van den deurwaarder D. Schroor te Amersfoort d.d. 1 September 1938. Procureur: Mr. A. J. Moll, tegen de Naamlooze Vennootschap „Jogchems Theaters N.V.", ge vestigd te Amersfoort, gedaagde bij gemeld exploit. Procureur: Mr. L. W. F. Nix. De ArrondissementS'Rechtbank te Utrecht, Enkelvoudige Kamer voor de behandeling van Burgerlijke Zaken; Gehoord partijen in hare conclusiën en pleidooien; Gezien de stukken van het geding, waaronder de grosse van een interlocutoir vonnis dd. 5 Januari 1939, en de Nederlandsche ver taling, vervaardigd door den beëedigd vertaler Mr. Mesritz, van een dd. 5 Mei 1939 ter Griffie dezer Rechtbank nedergelegd en in de Engelsche taal gesteld deskundigen-rapport; Ten aanzien der feiten; Overnemende en mitsdien verwijzende naar hetgeen te dezen aanzien werd overwogen in bovengenoemd vonnis, en voorts: Overwegende, dat bij evengenoemd vonnis werd bevolen een 113

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1939 | | pagina 112