onderzoek door deskundigen ter beantwoording van de vraag of,, naar Engelsch spraakgebruik, de uitdrukking: ,,the right to collect the little performing right fees", voorkomende in de tusschen den filmproducer en den componist tot stand gekomen overeenkomst, waarvan in dit geding sprake is, omvat het uitvoeringsauteursrecht van den componist op de door hem gecomponeerde muziek, wan neer deze, bij gelegenheid van de opvoering van de betreffende film, ten gehoore wordt gebracht; Overwegende, dat de te dezer zake benoemde deskundigen hun schriftelijk verslag dd. 5 Mei 1939 ter Griffie dezer Rechtbank heb ben gedeponeerd, van welk verslag een afschrift in de Neder- landsche taal, door den beëedigd vertaler Mr. Mesritz te Amster dam vervaardigd bij de stukken is gevoegd, naar welks inhoud ten deze mede wordt verwezen; Overwegende, dat partijen deze zaak vervolgens hebben doen toelichten bij pleidooi; Ten aanzien van het recht: Eveneens te dezen aanzien verwijzende naar de betreffende over wegingen van bovengenoemd vonnis dd. 5 Januari 1939, en voorts:. Overwegende dat thans, naar aanleiding van het overgelegde rapport der deskundigen, zal zijn vast te stellen de juiste beteekenis en inhoud van het recht, hetwelk de componist Addinsell zich bij de hierboven bedoelde overeenkomst tegenover de filmmaatschappij heeft gereserveerd; dat de vaststelling van dit recht in die overeenkomst omschre ven als ,,the right to collect the little performing right fees" immers, naar het oordeel der Rechtbank, van beslissende beteekenis. is voor dit geding; Overwegende nu dat de meerderheid der deskundigen bij de beantwoording der hun voorgelegde vraag, wat naar Engelsch spraakgebruik onder deze uitdrukking is te verstaan, zich hebben laten leiden niet alleen door hun kennis omtrent het handels- gebruik in Engeland, doch hun gevoelens mede hebben gebaseerd op: 1) hun uitleg van de bovengenoemde overeenkomst; en 2) hun oordeel omtrent de vermoedelijke bedoeling van partijen; dat de Rechtbank echter de hier aan het woord zijnde deskun digen ten aanzien van deze beide laatste punten sub 1 en 2 niet kan volgen, daar toch het uitleggen der overeenkomst van partijen en 114

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1939 | | pagina 113